In der Begründung wird die Tatsache, dass den Personen unter 25 Jahre der Vorran
g gewährt wird, die nicht selbst ihre Existenzmittel gewährleisten können, mit der zahlenmässigen Bedeutung dieser Gruppe (« im Jahr 2000 lebten in der Tat 20.797 Personen vom Existenzminimum, das heisst 25,8% der Gesamtzahl der Bezieher des Existenzminimums. Innerhalb von zehn Jahren hat sich diese Gruppe mehr als verdreifacht » (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50 1603/001, S. 5)) und mit der Notwendigkeit, «
diesen Jugendlichen andere Zukunftsperspektive ...[+++]n » zu bieten (ebenda), gerechtfertigt.In de memorie van toelichting wordt het feit dat voorrang wordt verleend aan de personen jonger da
n 25 jaar, die zelf niet in staat zijn om een zelfredzaam bestaan op te bouwen, verantwoord door de omstandigheid dat die groep zo talrijk is, aangezien « in 2000 [.] immers 20.797 personen van het bestaansminimum [leefden], namelijk 25,8 % van het totaal van de bestaansminimumgerechtigden. Op 10 jaar tijd is deze groep meer dan verdrievoudigd » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50 1603/001, p. 5), en do
or de noodzaak om « andere toekomstperspectiev ...[+++]en [.] aan deze jongeren » te bieden (ibid. ).