Vertaling van "nicht einer risikoscheuen entwicklungspolitik führen darf " (Duits → Nederlands) :

4. fordert eine wirksamere Koordinierung zwischen der EU und ihren Mitgliedstaaten bei der länderübergreifenden Arbeitsteilung, um auf die Problematik der begünstigten Länder („aid darlings“) und benachteiligten Länder („aid orphans“) zu reagieren; betont, dass im Rahmen der Maßnahmen der EU zur Arbeitsteilung sichergestellt werden sollte, dass Querschnittsthemen wie Menschenrechte, Gleichstellung der Geschlechter und Klimawandel uneingeschränkt Rechnung getragen wird; betont darüber hinaus, dass das Ziel, die Wirkung der Hilfe zu steigern und bessere Ergebnisse und ein besseres Kosten/Nutzen-Verhältnis zu erzielen, nicht zu einer risikoscheuen Entwicklungspolitik führen darf, die sich nur auf „einfache Länder“ konzentriert;
4. pleit voor een betere coördinatie tussen de EU en haar lidstaten bij de taakverdeling tussen landen, zodat er een einde wordt gemaakt aan een situatie waarin bepaalde landen een voorkeursbehandeling krijgen ("aid darlings") en andere juist niet ("aid orphans"); beklemtoont dat het EU-beleid inzake de taakverdeling ervoor moet zorgen dat horizontale kwesties zoals mensenrechten, gendergelijkheid en klimaatverandering voldoende aandacht krijgen; onderstreept voorts dat het doel om de weerslag van hulp te vergroten en een betere kosten-/batenverhouding te verwezenlijken niet mag leiden tot een risicoschuw ontwikkelingsbeleid dat zich alleen concentreert op "gemakkelijke landen";

10. ruft zu einer effektiven internationalen Koordinierung bei der Verteilung der Hilfe zwischen einzelnen Ländern auf, um auf die Problematik der „begünstigten Länder“ („aid darlings“) und „benachteiligten Länder“ zu reagieren; betont, dass das Ziel, die Wirkung der Hilfe zu steigern und bessere Ergebnisse/ein besseres Kosten/Nutzen-Verhältnis zu erzielen, nicht zu einer risikoscheuen Entwicklungspolitik führen darf, die sich nur auf „einfache Länder“ konzentriert; besteht darauf, dass die Beseitigung der Armut und der Bedarf die ausschlaggebenden Kriterien für die Zuweisung von Entwicklungshilfemitteln bleiben müssen;
10. pleit voor een betere internationale coördinatie van de steunverdeling tussen landen, om het probleem van de „troetellanden” (aid darlings) en de stiefmoederlijk behandelde landen aan te pakken; onderstreept dat het doel om de weerslag van hulp te vergroten en een betere kosten-/batenverhouding te verwezenlijken niet mag leiden tot een risicoschuw ontwikkelingsbeleid dat zich alleen concentreert op „gemakkelijke landen”; onderstreept dat de uitroeiing van de armoede en de bestaande behoeften het cruciale criterium moet vormen bij de toekenning van ontwikkelingshulp;

12. betont, dass das Ziel, die Wirkung der Hilfe zu steigern und mehr Ergebnisse/mehr Nutzen für den geleisteten Aufwand zu erzielen, nicht zu einer risikoscheuen Entwicklungspolitik führen darf, die sich nur auf „einfache Länder“ konzentriert; besteht darauf, dass die Beseitigung der Armut und die Bedürfnisse die ausschlaggebenden Kriterien für die Zuweisung von Entwicklungshilfemitteln der EU bleiben müssen und dass die Wirksamkeit der Hilfe durch Konzentration auf greifbare Ergebnisse verbessert werden muss; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, den Umfang der Finanzierungsinstrumente zu überprüfen sowie die ärmsten und anfälligsten Länder und die Erreichung der ärmsten Gesellschaftsschichten – insbesondere jener, die wie zum Beispiel Frauen, Kinder, ältere Menschen und Menschen mit Behinderungen am stärksten von sozialer Ausgrenzung bedroht sind, – in den Mittelpunkt der Mittelzuweisungen im Rahmen der öffentlichen Entwicklungshilfe (ODA) zu stellen und dabei die erzielten Ergebnisse sowie die Wirkung der Hilfe zu berücksichtigen; fordert, einen Zeitraum für den allmählichen Abbau der ODA-Mittelzuweisungen an Schwellenländer einzuplanen;
12. onderstreept dat het doel om de hulp trefzekerder te maken en een betere kosten/batenverhouding te verwezenlijken niet mag leiden tot een risicoschuw ontwikkelingsbeleid dat zich alleen concentreert op „gemakkelijke landen”; onderstreept dat de uitroeiing van de armoede en de behoeften de cruciale criteria moeten blijven bij de toekenning van EU-ontwikkelingshulp en dat de doeltreffendheid van de hulp moet worden verbeterd door de nadruk te leggen op tastbare resultaten; doet een beroep op de Commissie en de lidstaten om de reikwijdte van de financieringsinstrumenten te herzien en zich te concentreren op de betaling van officiële ontwikkelingshulp (ODA) aan de armste en kwetsbaarste landen en op het bereiken van de armste bevolkingslagen, met name die welke het grootste risico van sociale uitsluiting lopen, zoals vrouwen, kinderen, bejaarden en mensen met handicaps, waarbij rekening wordt gehouden met de behaalde resultaten en de weerslag van de hulp; dringt aan op het plannen van een geleidelijke afschaffing van ODA-betalingen voor de opkomende landen;

12. betont, dass das Ziel, die Wirkung der Hilfe zu steigern und mehr Ergebnisse/mehr Nutzen für den geleisteten Aufwand zu erzielen, nicht zu einer risikoscheuen Entwicklungspolitik führen darf, die sich nur auf „einfache Länder“ konzentriert; besteht darauf, dass die Beseitigung der Armut und die Bedürfnisse die ausschlaggebenden Kriterien für die Zuweisung von Entwicklungshilfemitteln der EU bleiben müssen und dass die Wirksamkeit der Hilfe durch Konzentration auf greifbare Ergebnisse verbessert werden muss; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, den Umfang der Finanzierungsinstrumente zu überprüfen sowie die ärmsten und anfälligsten Länder und die Erreichung der ärmsten Gesellschaftsschichten – insbesondere jener, die wie zum Beispiel Frauen, Kinder, ältere Menschen und Menschen mit Behinderungen am stärksten von sozialer Ausgrenzung bedroht sind, – in den Mittelpunkt der Mittelzuweisungen im Rahmen der öffentlichen Entwicklungshilfe (ODA) zu stellen und dabei die erzielten Ergebnisse sowie die Wirkung der Hilfe zu berücksichtigen; fordert, einen Zeitraum für den allmählichen Abbau der ODA-Mittelzuweisungen an Schwellenländer einzuplanen;
12. onderstreept dat het doel om de hulp trefzekerder te maken en een betere kosten-/batenverhouding te verwezenlijken niet mag leiden tot een risicoschuw ontwikkelingsbeleid dat zich alleen concentreert op "gemakkelijke landen"; onderstreept dat de uitroeiing van de armoede en de behoeften de cruciale criteria moeten blijven bij de toekenning van EU-ontwikkelingshulp en dat de doeltreffendheid van de hulp moet worden verbeterd door de nadruk te leggen op tastbare resultaten; doet een beroep op de Commissie en de lidstaten om de reikwijdte van de financieringsinstrumenten te herzien en zich te concentreren op de betaling van officiële ontwikkelingshulp (ODA) aan de armste en kwetsbaarste landen en op het bereiken van de armste bevolkingslagen, met name die welke het grootste risico van sociale uitsluiting lopen, zoals vrouwen, kinderen, bejaarden en mensen met handicaps, waarbij rekening wordt gehouden met de behaalde resultaten en de weerslag van de hulp; dringt aan op het plannen van een geleidelijke afschaffing van ODA-betalingen voor de opkomende landen;

Angesichts der Tatsache, dass das Recht der direkten Abfrage der AND aufgrund von Artikel 44/11/12 § 1 Nr. 2 des Gesetzes über das Polizeiamt in Verbindung mit dessen Artikel 44/11/9 § 2 nur Behörden, Organen und Einrichtungen erteilt werden kann, die entweder mit der Anwendung des Strafgesetzes beauftragt sind oder die gesetzliche Aufträge in Sachen öffentliche Sicherheit haben, und nur dann, wenn sie für die Erfüllung ihrer gesetzlichen Aufträge Daten und Informationen aus der AND benötigen, und unter Berücksichtigung der Tatsache, dass die betreffende Behörde dieses Recht erst ausüben darf, nachdem es ihr ausdrücklich durch einen königlichen Erlass erteilt wurde, der nach Stellungnahme des Ausschusses für den Schutz des Privatlebens ergangen ist und der mindestens die in Artikel 44/11/12 § 2 des Gesetzes über das Polizeiamt angegebenen Angelegenheiten regelt, führen die Artikel 44/11/12 § 1 Nr. 2 und 44/11/9 § 2 des Gesetzes über das Polizeiamt an sich nicht zu einer unverhältnismäßigen Einmischung in das Recht auf Achtung des Privatlebens.
Gelet op het feit dat het recht van rechtstreekse bevraging van de A.N.G., op grond van artikel 44/11/12, § 1, 2°, in samenhang gelezen met artikel 44/11/9, § 2, van de wet op het politieambt, slechts kan worden verleend aan overheden, organen en instellingen die ofwel zijn belast met de toepassing van de strafwet, ofwel wettelijke verplichtingen hebben inzake de openbare veiligheid, en slechts in zoverre zij voor de uitoefening van hun wettelijke opdrachten gegevens en informatie uit de A.N.G. nodig hebben, en rekening houdend met het feit dat dit recht door de betrokken overheid pas kan worden uitgeoefend nadat het haar uitdrukkelijk werd verleend bij een koninklijk besluit dat werd genomen na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en dat minstens de aangelegenheden bedoeld in artikel 44/11/12, § 2, van de wet op het politieambt regelt, leiden de artikelen 44/11/12, § 1, 2°, en 44/11/9, § 2, van de wet op het politieambt op zich niet tot een onevenredige inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven.

Hierzu gehören beispielsweise Anpassungen, um in bestimmten anfälligen Bereichen (Schaffleisch, Ziegenfleisch, Rind- und Kalbfleisch) ein kohärentes Vorgehen bei der Umsetzung der Betriebsprämienregelung zu gewährleisten, sowie die Wiedereinführung einer Bestimmung aus der vorherigen Verordnung, die beim Gesundheitscheck ausgelassen wurde, wonach die Zuweisung von Zahlungsansprüchen für den Betriebsinhaber nicht zu unerwarteten Gewinnen führen darf.
Het gaat onder meer om aanpassingen om te zorgen voor een consistente aanpak bij de uitvoering van de voorschriften inzake betalingen aan landbouw­bedrijven in bepaalde kwetsbare sectoren (schaap- en geitenvlees, rund- en kalfsvlees), alsook om de herinvoering van een bepaling van de vorige verordening die in de check-up was weggelaten en die voorschrijft dat landbouwers geen onverhoopte winst uit rechtstreekse betalingen mogen ontvangen.

Eine wirtschaftliche Abkühlung darf nicht zu einer politischen Abkühlung führen.
Toch moeten de regeringen, het bedrijfsleven en de vakbonden de met elkaar afgesproken hervorming energiek voortzetten, ondanks de verslechtering van het mondiale bedrijfsklimaat. Economische teruggang mag niet leiden tot verslapping op beleidsvlak.

Die Erweiterung darf nicht zu einer Mitgliedschaft "à la carte" oder einer "zweitklassigen" Behandlung führen.
De uitbreiding mag niet leiden tot een lidmaatschap "à la carte" of een tweederangsbehandeling.

Sie brachten ihre feste Überzeugung zum Ausdruck, daß das Beschaffen von Waffen durch einzelne Länder nicht zu einer Bedrohung für die Stabilität der Region führen darf.
Zij gaven als hun vaste overtuiging te kennen dat de aanschaf van wapens door individuele landen geen bedreiging mag vormen voor de regionale stabiliteit.