Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
K. und K. B.
P.B.

Traduction de «nicht sozialaffektiven wirklichkeit entsprechen » (Allemand → Néerlandais) :

- Normen für eine europäische Politik über den Ge- bzw. Missbrauch von Substanzen; diese Politik sollte der heutigen Wirklichkeit entsprechen, sämtliche legalen und illegalen Substanzen umfassen und die Drogenabhängigkeit nicht als Verbrechen, sondern als Krankheit betrachten.

- normen betreffende een Europees beleid inzake geneesmiddelen-, drugs- en alcoholmisbruik - waarbij de hedendaagse realiteit in aanmerking wordt genomen - dat het hele scala van legale en illegale geneesmiddelen en verdovende middelen bestrijkt en in het kader waarvan drugsverslaving niet als een misdaad maar als een ziekte wordt beschouwd.


Indem jedoch vorgesehen wird, dass ein Kind nicht mehr die Vaterschaftsvermutung in Bezug auf den Ehemann seiner Mutter nach dem Alter von 22 Jahren oder nach einem Jahr ab der Entdeckung der Tatsache, dass derjenige, der der Ehemann seiner Mutter war, nicht sein Vater ist, obwohl diese Vermutung keiner biologischen und keiner sozialaffektiven Wirklichkeit entspricht, anfechten kann, wird das Recht auf Achtung des Privatlebens dieses Kindes auf diskriminierende Weise verletzt.

Door te bepalen dat een kind het vermoeden van vaderschap dat is vastgesteld ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder niet meer kan betwisten na de leeftijd van tweeëntwintig jaar of na het jaar te rekenen vanaf de ontdekking van het feit dat diegene die de echtgenoot van zijn moeder was, niet zijn vader is, terwijl dat vermoeden met geen enkele biologische, noch socio-affectieve realiteit overeenstemt, wordt evenwel op discriminerende wijze afbreuk gedaan aan het recht op de eerbiediging van het privéleven van dat kind.


- die Vermutung der Vaterschaft des Ehemannes nicht der sozialaffektiven Wirklichkeit entspricht und

- het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet overeenstemt met de socio-affectieve werkelijkheid,


Indem jedoch vorgesehen wird, dass ein Kind nicht mehr die Vaterschaftsvermutung in Bezug auf den Ehemann seiner Mutter nach dem Alter von 22 Jahren oder nach einem Jahr ab der Entdeckung der Tatsache, dass derjenige, der der Ehemann seiner Mutter war, nicht sein Vater ist, obwohl diese Vermutung keiner biologischen und keiner sozialaffektiven Wirklichkeit entspricht, anfechten kann, wird das Recht auf Achtung des Privatlebens dieses Kindes auf diskriminierende Weise verletzt.

Door te bepalen dat een kind het vermoeden van vaderschap dat is vastgesteld ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder niet meer kan betwisten na de leeftijd van tweeëntwintig jaar of na het jaar te rekenen vanaf de ontdekking van het feit dat diegene die de echtgenoot van zijn moeder was, niet zijn vader is, terwijl dat vermoeden met geen enkele biologische, noch socio-affectieve realiteit overeenstemt, wordt evenwel op discriminerende wijze afbreuk gedaan aan het recht op de eerbiediging van het privéleven van dat kind.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, bi ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is, ...[+++]


In der vorliegenden Rechtssache wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10, 11 und 22bis der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, befragt, indem « er die nicht innerhalb der gesetzlich festgelegten Frist eingereichte Vaterschaftsanfechtungsklage zum absoluten Unzulässigkeitsgrund erhebt, ohne dass es dem mit einer solchen Klage befassten Richter möglich ist, zu beurteilen, ob unter Berücksichtigung der vorliegenden Interessen - und insbesondere ...[+++]

In de voorliggende zaak wordt aan het Hof een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat « het de niet binnen de wettelijke termijn ingestelde vordering tot betwisting van vaderschap als absolute grond van niet-ontvankelijkheid instelt, zonder dat de rechter bij wie een dergelijke vordering aanhangig is gemaakt, de mogelijkheid heeft om te beoordelen of de biologische waarheid, rekening houdend met de aanwezige belangen (en in het bijzond ...[+++]


Der vorlegende Richter fragt, ob Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches vereinbar sei mit Artikel 22 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem die durch den gesetzlichen Vater eingereichte Klage auf Anfechtung der Vaterschaft nicht zulässig sei, wenn die Klage nicht innerhalb der Frist eines Jahres nach der Feststellung des Umstandes, dass er nicht der biologische Vater des Kindes sei, eingereicht worden sei, « da die Vermutung der Vaterschaft des Ehemannes nicht der sozialaffektiven Wirklichkeit entspr ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt of artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van mens, doordat de door de wettige vader ingestelde vordering tot betwisting van vaderschap niet ontvankelijk is wanneer de vordering niet is ingesteld binnen de termijn van één jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de biologische vader van het kind is « nu het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet zou overeenstemmen met de socio-affectieve werkelijk ...[+++]


Diesbezüglich ist es relevant, der biologischen Realität nicht a priori den Vorrang gegenüber der sozialaffektiven Wirklichkeit der Vaterschaft einzuräumen.

In dat opzicht is het pertinent om de biologische werkelijkheid niet a priori te laten prevaleren op de socioaffectieve werkelijkheid van het vaderschap.


« Verstösst Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen Artikel 22 der Verfassung und Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern diese Bestimmung es [P.B.] unmöglich macht, seine rechtlich festgestellte Abstammung hinsichtlich [K. und K. B.] anzufechten, und zwar ohne dass irgendein konkretes und tatsächliches Interesse eine solche Einmischung rechtfertigen kann, da die Vermutung der Vaterschaft des Ehemannes nicht der sozialaffektiven Wirklichkeit entsprechen würde?

« Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het [P.B.] onmogelijk maakt om op te komen tegen zijn juridische afstamming met [K. en K. B.] en dit zonder dat enig concreet en daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden nu het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet zou overeenstemmen met de socio-affectieve werkelijkheid ?


« Verstösst Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen Artikel 22 der Verfassung und Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern diese Bestimmung es Herrn [P.B.] unmöglich macht, seine rechtlich festgestellte Abstammung hinsichtlich [K. und K. B.] anzufechten, und zwar ohne dass irgendein konkretes und tatsächliches Interesse eine solche Einmischung rechtfertigen kann, da die Vermutung der Vaterschaft des Ehemannes nicht der sozialaffektiven Wirklichkeit entsprechen würde?

« Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de heer [P.B.] onmogelijk maakt om op te komen tegen zijn juridische afstamming met [K. en K. B.] en dit zonder dat enig concreet en daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden nu het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet zou overeenstemmen met de socio-affectieve werkelijkheid ?


w