Traduction de «namentlich konvent » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Europäische Menschenrechtskonvention [ EMRK | Europäische Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten | Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten ]
Europees Verdrag voor de rechten van de mens [ ECRM | Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens | Europese Conventie voor de rechten van de mens | EVRM | Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ]

Europäische Konvention [ Konvention des Europarats ]
Europese Conventie [ Conventie van de Raad van Europa ]

internationale Konvention [ multilaterale Übereinkunft ]
internationale conventie [ multilaterale conventie ]

Wiener Konvention über die Staatennachfolge | Wiener Konvention über die Staatennachfolge in Vermögen, Archive und Schulden von Staaten
Verdrag van Wenen inzake statenopvolging met betrekking tot staatseigendom, -archieven en -schulden

Konvention über die Fischerei und den Schutz der lebenden Ressourcen in der Ostsee | Konvention über die Fischerei und den Schutz der lebenden Ressourcen in der Ostsee und den Belten | Ostseekonvention
Oostzeeverdrag | verdrag inzake de visserij en de instandhouding van de levende rijkdommen van de zee in de Oostzee en de Belten | Verdrag inzake visserij en het behoud van levende fauna en flora in de Oostzee en de Belten

Konvention zur Unterbindung des Menschenhandels und der Ausnutzung der Prostitution anderer | Konvention zur Unterdrückung des Menschenhandels und der Ausbeutung von Prostituierten | Übereinkommen über die Bekämpfung des Menschenhandels und der Ausbeutung der Prostitution
Overeenkomst ter bestrijding van de handel in mensen en van de exploitatie van eens anders prostitutie | Verdrag betreffende de afschaffing van de mensenhandel en de uitbatingen van de prostitutie van derden | Verdrag inzake de afschaffing van mensenhandel en van de exploitatie van prostitutie van anderen

namentliche Eintragung
nominatieve inschrijving

namentlich
met naam genoemd

namentliche Liste
nominatieve lijst

Übereinkommen zum Schutz des Menschen bei der automatischen Verarbeitung personenbezogener Daten | Übereinkommen zum Schutz personenbezogener Daten | Übereinkommen SEV 108 | Datenschutzübereinkommen SEV 108 des Europarats [ Konvention Nr. 108 ]
Verdrag van de Raad van Europa van 28 januari 1981 tot bescherming van het individu in verband met de geautomatiseerde registratie van persoonsgegevens

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Diese Richtlinie achtet die Menschenrechte und Grundfreiheiten und wahrt die Grundsätze, die insbesondere mit der Charta der Grundrechte der Europäischen Union und der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten anerkannt wurden, namentlich der Schutz personenbezogener Daten, das Recht auf Schutz der Privatsphäre, die Meinungs- und Informationsfreiheit, das Recht auf ein faires Verfahren, die Unschuldsvermutung und die Gewährleistung der Verteidigungsrechte sowie das Gesetzlichkeits- und Verhältnismäßigkeitsprinzip in Bezug auf Straftaten und Strafen.
Deze richtlijn eerbiedigt de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en is in overeenstemming met de beginselen die met name bij het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden zijn erkend, waaronder de bescherming van persoonsgegevens, de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, de vrijheid van meningsuiting en van informatie, het recht op een eerlijk proces, het beginsel van het vermoeden van onschuld en de rechten van de verdediging, alsmede het legaliteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen.

(16) Diese Richtlinie steht im Einklang mit den Grundfreiheiten und Grundrechten sowie Grundsätzen, die insbesondere mit der Charta der Grundrechte der Europäischen Union und der Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten anerkannt wurden, namentlich der Schutz personenbezogener Daten, das Recht auf Schutz der Privatsphäre, die Meinungs- und Informationsfreiheit, das Recht auf ein faires Verfahren, die Unschuldsvermutung und die Gewährleistung der Verteidigungsrechte sowie das Gesetzlichkeits- und Verhältnismäßigkeitsprinzip in Bezug auf Straftaten und Sanktionen.
(16) Deze richtlijn eerbiedigt de fundamentele vrijheden en grondrechten en is in overeenstemming is met de beginselen die met name bij het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden zijn erkend, waaronder de bescherming van persoonsgegevens, de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, de vrijheid van meningsuiting en van informatie, het recht op een eerlijk proces, het beginsel van het vermoeden van onschuld en de rechten van de verdediging, alsmede het legaliteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen.

2. Verstösst Artikel 1675/13 § 1 zweiter Gedankenstrich des Gerichtsgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 1675/7 § 3 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 14 der Europäischen Konvention vom 4. November 1950 zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und Artikel 1 des Zusatzprotokolls vom 20. März 1952, dahingehend ausgelegt, dass der Richter das Prinzip der Gleichheit der Gläubiger strikt einhalten muss, wenn es um die Ausschüttung von Dividenden an Massegläubiger geht, und somit nie bestimmten Gläubigern, namentlich den öffentlichen Gläubigern und insbesondere dem FÖD Finanzen, eine günstigere Regelung vorbehalten kann, selbst wenn besondere Umstände es rechtfertigen?
2. Schendt artikel 1675/13, § 1, tweede streepje, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 1675/7, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950, en 1 van het Aanvullend Protocol van 20 maart 1952, in de interpretatie dat de rechter het beginsel van gelijkheid van de schuldeisers strikt in acht moet nemen wanneer het erop aankomt over te gaan tot de uitkering van de dividenden aan de schuldeisers van de boedel, en dus nooit een gunstiger lot kan voorbehouden voor bepaalde schuldeisers, met name de openbare schuldeisers, en in het bijzonder de FOD Financiën, zelfs wanneer bijzondere omstandigheden dat verantwoorden ?

Verstösst Artikel 1675/7 § 3 des Gerichtsgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 1675/13 § 1 zweiter Gedankenstrich des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 14 der Europäischen Konvention vom 4. November 1950 zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und Artikel 1 des Zusatzprotokolls vom 20. März 1952, dahingehend ausgelegt, dass der Richter, wenn besondere Umstände es rechtfertigen, vom Prinzip der Gleichheit der Gläubiger abweichen kann, wenn es um die Ausschüttung von Dividenden an Massegläubiger geht, und somit bisweilen bestimmten Gläubigern, namentlich den öffentlichen Gläubigern und insbesondere dem FÖD Finanzen, eine günstigere Regelung vorbehalten kann?
Schendt artikel 1675/7, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 1675/13, § 1, tweede streepje, van het Gerechtelijk Wetboek, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950, en 1 van het Aanvullend Protocol van 20 maart 1952, in de interpretatie dat de rechter, wanneer bijzondere omstandigheden dat verantwoorden, kan afwijken van het beginsel van gelijkheid van de schuldeisers wanneer het erop aankomt over te gaan tot de uitkering van de dividenden aan de schuldeisers van de boedel, en dus soms een gunstiger lot kan voorbehouden voor bepaalde schuldeisers, met name de openbare schuldeisers, en in het bijzonder de FOD Financiën ?

(a) Die Einführung einer EU-weiten Liste für 25 zusätzliche MdEP erfordert eine Änderung des Artikels 15 Absatz 2 EUV über die Verfahren, die für die ordentliche Änderung des Vertrags festgelegt sind, namentlich einen Konvent, dem eine Regierungskonferenz folgt, mit Ratifizierung durch alle Staaten.
(a) De invoering van een EU-lijst voor 25 extra EP-leden vereist een wijziging van artikel 14, lid 2, van het VEU via de procedures die voor de gewone herziening van het Verdrag gelden, namelijk een Conventie, gevolgd door een IGC, en ratificatie door alle landen.

– unter Hinweis auf die internationalen Menschenrechtsinstrumente, die die Diskriminierung aufgrund der Rasse und der ethnischen Herkunft verbieten, namentlich auf das Internationale Übereinkommen über die Beseitigung jeder Form von Rassendiskriminierung und die Europäische Konvention zum Schutz der Menschenrechte und Grundfreiheiten, die beide von allen Mitgliedstaaten der EU und von einer großen Zahl von Nicht-EU-Staaten unterzeichnet wurden,
– gelet op de internationale mensenrechteninstrumenten die discriminatie op grond van ras of etnische afstamming verbieden, met name het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, die beide door alle lidstaten van de EU en tal van niet-EU-landen ondertekend zijn,

Bürgerrechte und politische Rechte: Schutz der Menschenrechte im Kampf gegen den Terrorismus; Rassismus; die Frage der Verletzung von Menschenrechten und Grundfreiheiten weltweit; Folter und grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Bestrafung, Meinungsfreiheit, Unabhängigkeit der Justiz, Straffreiheit, religiöse Intoleranz; Rechte des Kindes mit dem Schwerpunkt der vollständigen Durchführung der UN-Konvention über die Rechte des Kindes und insbesondere das dramatische Problem der Kinder in bewaffneten Konflikten und Gewalt gegen Kinder; Rechte der Frauen und Mädchen, Notwendigkeit des Schutzes gegen die Benutzung von Vergewaltigung als "Kriegsinstrument" in Konfliktsituationen; Rechte im Bereich der reproduktiven Gesundheit; Wanderarbeiter, Minderheiten und Vertriebene; Indigene Völker; Verschwinden von Personen und Massenhinrichtungen, Menschenrechtsaktivisten; Pressefreiheit und Schutz von Journalisten; Schutz von Binnenvertriebenen; moderne Formen der Sklaverei (namentlich im Bereich der Kinderarbeit sowie des Menschen- und Organhandels); und Diskriminierung aus Gründen der sexuellen Orientierung und der Geschlechtsidentität; Verantwortlichkeit transnationaler Unternehmen und anderer Wirtschaftsunternehmen im Hinblick auf die Menschenrechte;
burgerlijke en politieke rechten: bescherming van de mensenrechten bij terrorismebestrijding; racisme; schendingen van mensenrechten en fundamentele vrijheden in de hele wereld; marteling en wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, vrijheid van meningsuiting, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, straffeloosheid en religieuze intolerantie; rechten van het kind, met nadruk op volledige tenuitvoerlegging van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind en met name het dramatische probleem van kinderen in gewapende conflicten en geweld tegen kinderen; rechten van vrouwen en meisjes; de noodzaak van bescherming tegen verkrachting als "oorlogsinstrument" in conflictsituaties; het recht op reproductieve gezondheid; migrerende werknemers, minderheden en ontheemden; inheemse bevolkingsgroepen; verdwijningen en standrechtelijke executies, voorvechters van de mensenrechten; persvrijheid en bescherming van journalisten; bescherming van binnenlandse ontheemden; moderne vormen van slavernij (met name in geval van kinderarbeid, mensenhandel en handel in menselijke organen), discriminatie op grond van seksuele geaardheid en genderidentiteit; verantwoordelijkheden van transnationale ondernemingen en verwante bedrijven op het gebied van de mensenrechten;

Vor diesem Hintergrund könnte eine Aktion der Union auf dem Gebiet der Adoption sich auf Artikel F stützen, der die Einhaltung der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte von 1950 festschreibt (und folglich aller Übereinkommen, die auf diese gründend verabschiedet wurden und werden, namentlich die über die Kindesadoption von 1967), sowie auf Artikel K.1 Absatz 6 über die justizielle Zusammenarbeit in Zivilsachen.
Hierbij zou een optreden van de Unie in de sector adoptie kunnen worden gebaseerd op artikel F dat bepalingen omvat over de eerbiediging van de grondrechten overeenkomstig het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens van 1950 (en bijgevolg alle verdragen die in het kader van dit verdrag zijn goedgekeurd, met name het verdrag over de adoptie van kinderen van 1967), en op artikel K.1 (6) over de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken.