3. wijst erop dat 20% van de tests die in 1996 in een lidstaat ter o
psporing van wei in mageremelkpoeder werden uitgevoerd, positief waren en dat bij een controle van de Rekenkamer in een andere lidstaat werd geconstateerd dat 3.350 kg mageremelkpoeder in aanmerking was genomen hoewel op het analyseformulier melding was gemaakt van de aanwezigheid van wei (punt 42); wijst er verder op dat de Commissie in haar antwoorden zegt dat de betalingen voor 3.350 kg niet-subsidiabele mag
eremelkpoeder reeds ...[+++]zijn teruggevorderd, maar met betrekking tot de eerste zaak het stilzwijgen heeft bewaard;