13. fordert den Rat auf, Haushaltsarbeit, die von Dritten in privaten Haushalten geleistet wird, als Arbeitssektor anzuerkennen, wozu gehört, dass Rechtsvorschriften über die sozialen Rechte des Arbeitnehmers, die Regelung von Angebot und Nachfrage auf diesem Sektor, die Möglichkeit zur Fortbildung und die Mitfinanzierung der steuerlichen Belastung und der Nebenkosten durch den Staat geschaffen werden;
13. verzoekt de Raad huishoudelijke arbeid die door derden in het huishouden van particulieren verricht wordt als arbeidssector te erkennen, hetgeen inhoudt dat een regelgeving tot stand komt inzake de sociale rechten van de werknemer, de regulering van vraag en aanbod in de sector, de mogelijkheid tot scholing en de medefinanciering van de fiscale en parafiscale lasten door de overheid;
