Deze richtlijn stelt de regels vast krachtens welke een justitiële of daarmee gelijkgestelde
autoriteit van een lidstaat waar een beschermingsmaatregel is opgelegd ter bescherming van een persoon tegen een strafbare
gedraging door een andere persoon die op enigerlei wijze een
bedreiging kan vormen voor zijn leven, zijn fysieke of psychische integriteit, zijn waardigheid, zijn persoonlijke vrijheid of zijn seksuele integriteit, een Europees beschermingsbevel kan uitvaardige
...[+++]n op grond waarvan een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat de persoon op het grondgebied van die andere lidstaat verdere bescherming kan bieden naar aanleiding van een strafbare gedraging of een vermeende strafbare gedraging overeenkomstig het nationale recht van de beslissingsstaat.