Vertaling van "märz 2001 wegen " (Duits → Nederlands) :

Somit geht aus Artikel 10 des Gesetzes vom 22. März 2001 nicht hervor, dass diese Bestimmung auch bei der von Amts wegen durchgeführten Revision einer bereits gewährten Leistung Anwendung findet.
Aldus blijkt niet uit artikel 10 van de wet van 22 maart 2001 dat die bepaling ook van toepassing is bij de ambtshalve herziening van een reeds toegekende uitkering.

Der gegen den bestätigten Artikel XII. II. 31 des königlichen Erlasses vom 30. März 2001 wegen der Eingliederung der Hauptkommissare 1D in die Gehaltstabelle O6 gerichtete Klagegrund ist unbegründet.
Het middel gericht tegen het bekrachtigde artikel XII. II. 31 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001, in zoverre het de hoofdcommissarissen 1D inschaalt in de loonschaal O6, is niet gegrond.

Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 1. Juli 2002 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 2. Juli 2002 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob P. Hubeau, wohnhaft in 8500 Kortrijk, Neringenplein 14, Klage auf Nichtigerklärung der Artikel 131 und 168 funfzehnter Gedankenstrich des Programmgesetzes vom 30. Dezember 2001, der Artikel 136, 137 und 138 Nr. 2 des vorgenannten Gesetzes vom 26. April 2002 und der Artikel IV. I. 7 (bestätigt durch Artikel 136 des vorgenannten Gesetzes vom 26. April 2002), XII. II. 18, 23 und 44 des vorgenannten königlichen Erlasses vom 30. März 2001, wegen Verstosses gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 1 juli 2002 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 juli 2002, heeft P. Hubeau, wonende te 8500 Kortrijk, Neringenplein 14, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 131 en 168, 15de streepje, van de programmawet van 30 december 2001, van de artikelen 136, 137 en 138, 2°, van voormelde wet van 26 april 2002 en van de artikelen IV. I. 7 (bekrachtigd bij artikel 136 van voormelde wet van 26 april 2002), XII. II. 18, 23 en 44 van voormeld koninklijk besluit van 30 maart 2001, wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 29. Juni 2002 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 1. Juli 2002 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob F. Maes, wohnhaft in 2520 Ranst, Schawijkstraat 80, Klage auf Nichtigerklärung des Artikels 131 des Programmgesetzes vom 30. Dezember 2001 und hilfsweise der Artikel XII. II. 26, XII. II. 27, XII. II. 28 und XII. II. 30 des vorgenannten königlichen Erlasses vom 30. März 2001, wegen Verstosses gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 juni 2002 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 juli 2002, heeft F. Maes, wonende te 2520 Ranst, Schawijkstraat 80, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 en, in ondergeschikte orde, van de artikelen XII. II. 26, XII. II. 27, XII. II. 28 en XII. II. 30 van voormeld koninklijk besluit van 30 maart 2001, wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 1. Juli 2002 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 2. Juli 2002 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben S. Debras, wohnhaft in 4280 Hannut, rue Dieu-Le-Garde 7, F. Lemaitre, wohnhaft in 5350 Ohey, Bois d'Ohey 265, Y. Thomas, wohnhaft in 6717 Metzert, chaussée Romaine 143, und R. Brose, wohnhaft in 6997 Erezée, rue des Coteaux 2, Klage auf Nichtigerklärung von Artikel 131 des Programmgesetzes vom 30. Dezember 2001 und des Teils XII des vorgenannten königlichen Erlasses vom 30. März 2001, wegen Verstosses gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 1 juli 2002 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 juli 2002, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 en van deel XII van voormeld koninklijk besluit van 30 maart 2001, wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door S. Debras, wonende te 4280 Hannuit, rue Dieu-Le-Garde 7, F. Lemaitre, wonende te 5350 Ohey, bois d'Ohey 265, Y. Thomas, wonende te 6717 Metzert, chaussée Romaine 143, en R. Brose, wonende te 6997 Erezée, rue des Coteaux 2.

Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 28. Juni 2002 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 1. Juli 2002 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben J.-M. Rocks, wohnhaft in 4802 Heusy-Verviers, avenue de Ningloheid 121, und A. Massin, wohnhaft in 4800 Verviers, rue Houckaye 14, Klage auf Nichtigerklärung des Teils XII des vorgenannten königlichen Erlasses vom 30. März 2001, wegen Verstosses gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 juni 2002 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 juli 2002, is beroep tot vernietiging ingesteld van deel XII van voormeld koninklijk besluit van 30 maart 2001, wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door J.-M. Rocks, wonende te 4802 Heusy-Verviers, avenue de Ningloheid 121, en A. Massin, wonende te 4800 Verviers, rue Houckaye 14.

Der Gerichtshof hatte bereits in seinem Urteil vom 8. März 2001 in einem getrennten Fall Frankreich wegen der hohen Nitratwerte in Oberflächengewässern in der Bretagne verurteilt.
Op 8 maart 2001 had het Hof van Justitie Frankrijk in een andere zaak veroordeeld i.v.m. de hoge nitraatgehaltes in oppervlaktewater in Bretagne.

Vom EGMR wurde am 13. März 2001 eine Klage wegen einer Kollektivausweisung 74 slowakischer Roma aus Belgien im November 1999 für zulässig erklärt.
Het EHRM heeft op 13 maart 2001 een klacht inzake de collectieve uitzetting van 74 Slowaakse Roma in november 1999 uit België ontvankelijk geacht.

Im März 2001 verhängte die Kommission eine Geldbuße über die Deutsche Post wegen Missbrauch einer beherrschenden Stellung durch die Gewährung von Treuerabatten für annähernd den gesamten deutschen Versandhandel.
In maart 2001 legde de Commissie Deutsche Post een geldboete op wegens misbruik van haar machtspositie door het toekennen van getrouwheidskortingen aan nagenoeg de gehele Duitse postordersector.