(2) Sofern Mittel verfügbar sind und die Zahlungen nicht nach Artikel 136 ausgesetzt sind, leistet die Kommission die Zwischenzahlung spätestens zwei Monate nach dem Tag, an dem ein die Voraussetzungen des Artikels 131 erfüllender Zahlungsantrag bei der Kommission registriert wird.
2. Onder voorbehoud van de beschikbaarheid van begrotingsmiddelen en indien de betalingen niet zijn geschorst uit hoofde van artikel 136, verricht de Commissie de tussentijdse betaling binnen twee maanden te rekenen vanaf de datum waarop een betalingsaanvraag die aan de in artikel 131 genoemde voorwaarden voldoet, bij de Commissie is geregistreerd.