12. weist darauf hin, dass eine engere Zusammenarbeit zwischen den Mitgliedstaaten durchaus Potenzial hat, die Wirkung der europäischen Kulturdiplomatie zu steigern, insbesondere wenn zwischen den Kulturattachés der EU-Delegationen und den Vertretungen der Mitgliedstaaten eine bessere Abstimmung stattfindet und wenn die Ressourcen von Kulturinstituten der Mitgliedstaaten in Drittländern zusammengelegt werden;
12. wijst erop dat nauwere samenwerking tussen de lidstaten onderling, en dan vooral in de vorm van betere coördinatie tussen cultuurattachés in EU-delegaties en vertegenwoordigingen van de lidstaten en in de vorm van de bundeling van middelen in derde landen door culturele instanties uit de lidstaten, ervoor kan zorgen dat culturele diplomatie meer effect sorteert;