51. ist der Auffassung, dass alle Kandidatenländer ebenfalls in die Nachbarschaftspolitik einbezogen werden sollten, zuerst als besondere Partnerlä
nder und später als Mitglieder der Europäischen Union, denen bei der Zusamme
narbeit mit unseren zukünftigen Nachbarn eine besondere Rolle zukommt; hält es für erforderlich, dass Fortschritte bei der Öffnung der Grenzen der Türkei zu Armenien erzielt werden und dass Rumänien und die Ukraine ihre Differenzen bezüglich der Abgrenzung des Festlandsockels im Schwarzen Meer beilegen, auch mit Hi
...[+++]lfe des Internationalen Gerichtshofs in Den Haag; 51. is van mening dat alle kandidaat-lidstaten ook bij het nabuurschapsbeleid dienen te worden betrokken, eerst als bijzondere partners en later als EU-leden die een bijzondere rol spelen in de samenwerking met onze toekomstige buren; acht het noodzakelijk dat vooruitgang wordt geboekt inzake de opening van de Turkse grenzen met Armenië en dat Roemenië en Oekraïne een oplossing vinden voor hun geschillen inzake de afgrenzing van het continentaal plat van de Zwarte Zee, onder meer met behulp van het Internationale Gerechtshof te Den Haag;