(2) Ein Beamter, der vor dem 1. Mai 2004 in die Laufbahngruppe C oder D eingestuft war und der nicht gemäß Artikel 10 Absatz 3 dieses Anhangs als keinen Einschränkungen unterliegendes Mitglied der Funktionsgruppe Assistenz (AST) eingestuft wurde, hat gemäß Anhang VI des Statuts weiterhin Anspruch auf Dienstbefreiung als Ausgleich von Überstunden; ist es aus dienstlichen Gründen nicht möglich, die Überstunden innerhalb eines Monats nach Ablauf des Monats, in dem sie geleistet wurden, durch Dienstbefreiung abzugelten, so hat er Anspruch auf eine Vergütung.
2. De ambtenaren die vóór 1 mei 2004 een functie in categorie C of D vervulden en niet zonder enige beperking zijn toegetreden tot de functiegroep "assistenten" overeenkomstig artikel 10, lid 3, van deze bijlage blijven recht houden op compensatieverlof of vergoeding van overwerk indien compensatieverlof om dienstredenen niet mogelijk is in de maand die volgt op de maand waarin het overwerk is verricht, als bedoeld in bijlage VI.
