Vertaling van " entsprechenden akademischen programmen gefördert " (Duits → Nederlands) :

70. hebt hervor, dass Forschungstätigkeiten bei der Prüfung von Gesetzgebungsinitiativen von besonderer Bedeutung sind; begrüßt und unterstützt die Tätigkeiten von Hochschulen und Forschungseinrichtungen in der EU und ihren Beitrag zur wissenschaftlichen Weiterbildung von Zollbeamten; fordert die Mitgliedstaaten auf, sicherzustellen, dass die Fachkompetenz von Zollbeamten mit entsprechenden akademischen Programmen gefördert wird;
70. benadrukt dat onderzoek bij uitstek van belang is bij het beoordelen van wetgevingsinitiatieven; is zeer ingenomen met het werk dat wordt uitgevoerd door universiteiten en onderzoekscentra verspreid over de EU en dat bijdraagt aan de academische ontwikkeling van douanebeambten; spoort de lidstaten aan te zorgen voor de beschikbaarheid van relevante academische programma's om de professionaliteit van het douanevak te bevorderen;

Forschung ist die treibende Kraft für die Schöpfung und Nutzung von Wissen, sie bringt Ideen und Lösungen hervor, die Wirtschaftswachstum, Wettbewerbsfähigkeit und Beschäftigung steigern, und sie dient der Bewältigung langfristiger Herausforderungen (z. B. Klimawandel, Alterung der Bevölkerung). Übergeordnetes Ziel des Siebten Forschungsrahmenprogramms (RP7)[1] ist der Aufbau des Europäischen Forschungsraumes, eines europäischen Binnenmarktes für Forscher, Wissen und Technologien, durch den Exzellenz in den Bereichen Wissenschaft und Technologie gefördert wird, indem mehr Wettbewerb stattfindet, Forschungstätigkeiten besser koordiniert werden und bei Programmen und Strategien größeres Gewicht auf die bedeutenden gesellschaftlichen Herausforderungen gelegt wird. Der Schwerpunkt der wissenschaftlichen und technologischen Prioritäten des RP7 liegt auf einer nachhaltigen Entwicklung, womit das Rahmenprogramm zu einem wesentlichen Faktor für die Umsetzung der Strategie von Lissabon, die Unterstützung eines nachhaltigen Wachstums in Europa in der globalen Wirtschaft und den Übergang zu einem dynamischen, wissensgestützten, dem Bedarf der Gesellschaft entsprechenden Wirtschaftssystem mit geringen CO2-Emissionen wird.
Wetenschappelijk onderzoek drijft de productie en exploitatie van kennis, genereert ideeën en oplossingen die economische groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid bevorderen en helpt langetermijnuitdagingen, zoals klimaatverandering en vergrijzing van de bevolking, aan te pakken. De algemene doelstelling van het Zevende Kaderprogramma voor Onderzoek[1] (KP7) is bij te dragen tot de totstandbrenging van de Europese Onderzoeksruimte, een Europese interne markt voor onderzoekers, wetenschappelijke kennis en technologie, die de wetenschappelijke en technologische excellentie bevordert door de concurrentie aan te zwengelen, de onderzoeksactiviteiten meer te coördineren en de programma’s en beleidslijnen op grote maatschappelijke uitdagingen toe te spitsen. KP7, waarvan de wetenschappelijke en technologische prioriteiten op duurzame ontwikkeling gericht zijn, is van centraal belang voor de uitvoering van de Lissabonstrategie, de ondersteuning van Europa’s duurzame groei in een geglobaliseerde economie en de transformatie ervan in een dynamische en koolstofarme kenniseconomie die op maatschappelijke uitdagingen inspeelt.

10. fordert die Mitgliedstaaten und die Kommission auf, dafür zu sorgen, dass bei der Vergabe der für die Kohäsionspolitik vorgesehenen Finanzmittel die Gleichstellung von Männern und Frauen und die Integration der geschlechtsspezifischen Perspektive berücksichtigt und bei der gesamten Vorbereitung und Umsetzung und den entsprechenden Programmen gefördert werden, wozu auch Überwachung, Berichterstattung und Bewertung gehören;
10. verzoekt de lidstaten en de Commissie erop toe te zien dat de gelijkheid van mannen en vrouwen en de integratie van het genderperspectief worden meegewogen in de cohesiebeleidsfondsen en worden bevorderd tijdens de voorbereiding en uitvoering van de programma's in het kader daarvan, onder meer op het vlak van toezicht, rapportage en evaluatie;

d) die von ihnen als geeignet erachteten Maßnahmen zu ergreifen, um einen europäischen Raum der Qualifikationen zu fördern, d. h. den Begünstigten die Möglichkeit zu eröffnen, in den entsprechenden Kreisen, insbesondere im akademischen und beruflichen Umfeld ihres Herkunftsstaats, die im Aufnahmestaat erworbenen Befähigungsnachweise und gewonnenen Erfahrungen geltend zu machen. Dies könnte im Wege der Förderung der Ziele der Entschließungen von 1992 und 1996 betreffend die Transparenz der beruflichen Befähigungsnachweise sowie der Ausbildungs- und Befähigungsnachweise geschehen, indem die Verwendung des "EUROPASS Berufsbildung"-Dokuments, das der Rat in der Entscheidung 1999/51/EG vom 21. Dezember 1998 zur Förderung von alternierenden Europäischen Berufsbildungsabschnitten einschließlich der Lehrlingsausbildung(16) vorgesehen hat, und des "europäischen Diplomzusatzes" gefördert und die Schlussfolgerungen des Europäischen Rates auf seiner Tagung am 23. und 24. März 2000 in Lissabon umgesetzt werden, insbesondere durch die Erarbeitung eines europäischen Rahmens von Grundfertigkeiten und eines gemeinsamen europäischen Musters für Lebensläufe;
d) de maatregelen nemen die zij passend achten om de totstandbrenging van een Europese ruimte van kwalificaties te bevorderen, dat wil zeggen, de betrokken personen in staat te stellen om in de betrokken academische en beroepskringen van hun lidstaat van oorsprong erkenning te verkrijgen voor de in het gastland verkregen bewijsstukken en de aldaar opgedane ervaring; dat zou kunnen gebeuren door het bevorderen van de doelstellingen van de resoluties van 1992 en 1996 over de doorzichtigheid van kwalificaties en van opleidingscertificaten, door het gebruik van het document "Europass-opleidingen" zoals bedoeld in Besluit 1999/51/EG van de Raad(16) van 21 december 1998, inzake de bevordering van Europese trajecten in alternerende beroepsopleidingen, waaronder het leerlingwezen en van het Europees supplement bij het diploma aan te moedigen, en door gevolg te geven aan de conclusies van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000, met name door de uitwerking van een Europees kader van basisvaardigheden en een gemeenschappelijk Europees model voor het opstellen van curricula vitae;