Diese Voraussetzung gilt als erfuellt, wenn nachgewiesen werden kann, daß der Einfuellstutzen des Kraftstofftanks so ausgelegt ist, daß der Tank nicht mit einem Zapfventil gefuellt werden kann, das einen äusseren Durchmesser von 23,6 mm oder mehr hat".
Aan deze voorwaarde wordt geacht te zijn voldaan indien kan worden aangetoond dat de vulopening van de brandstoftank zodanig is ontworpen dat de tank niet kan worden gevuld uit een benzinepomp waarvan de slang is voorzien van een mondstuk met een uitwendige doorsnede van 23,6 mm of meer".