Zum Abschluss möchte ich noch Folgendes sagen, Herr Präsident. Es gibt in diesem Parlament Abgeordnete, die glauben, wenn sie mit einem Hammer gegen die Wand hämmern – oder zumindest annehmen dies zu tun –, dabei auch noch denken, sie würden einen Nagel einschlagen.
Mijnheer de Voorzitter, ten slotte wil ik nog zeggen dat er leden van dit Parlement zijn die met een hamer op de muur - willen - slaan en denken dat dat de manier is om er een spijker in te slaan.