35. is er verheugd over dat d
e EU met een aantal landen (bijvoorbeeld China en, recentelijk, de Democratische Volksrepubliek Korea) dialogen over mensenrechten voert en dat deze deel uitmaken van het externe EU-beleid; erkent dat deze vooruitgang als betrekkelijk kan worden aangemerkt aangezien zij
zich moet afspelen binnen beperkte grenzen als gevolg van de weerstand van staten met autoritaire regimes; onderstreept dat een dialoog te verkiezen is boven het ontbreken van
contacten, maar dat toch ...[+++] gestreefd moet worden naar meer dan uitsluitend diplomatiek optreden; steunt de voortzetting van de dialoog van de EU met o.m. de Democratische Volksrepubliek Korea en dringt aan op uitbreiding daarvan tot andere landen;