14. ist der Auffassung, dass mit Maßnahmen zur Entwicklung des ländlichen Raums auch weiterhin den Herausforderungen im Bereich des Klimawandels, der Wahrung der biologischen Vielfalt, der Ernährungssicherheit und des nachhaltigen Umgangs mit natürlichen Ressourcen weiterhin Rechnung getragen werden muss und ein ausgewogener territorialer Zusammenhalt sowie Beschäftigung gefördert werden müssen; fordert daher eine Stärkung der zweiten Säule sowie erhebliche Verbesserungen hinsichtlich der Umweltorientierung dieser Säule und der Wirksamkeit ihrer Agrarumweltmaßnahmen, u. a.
durch verbindliche Mindestausgaben im Rahmen der Agrar ...[+++]mittel für Agrarumweltmaßnahmen;
14. is van mening dat maatregelen voor plattelandsontwikkeling voortgezet moeten worden om in te spelen op de uitdagingen van klimaatverandering, behoud van biodiversiteit, voedselzekerheid en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en om een evenwichtige territoriale cohesie en werkgelegenheid te bevorderen; dringt daarom aan op versterking van de tweede pijler en aanzienlijke verbeteringen van de milieufocus van die pijler en de doeltreffendheid van de agromilieumaatregelen, onder andere door verplichte minimumuitgaven uit de landbouwfondsen voor agromilieumaatregelen;
