Seiner Auffassung nach ist die Verabschiedung der Grundsatzerklärung durch die Staats- und Regierungschefs der elf Kernländer der Konferenz ein prägendes Ereignis und ein klarer Beweis für die Bereitschaft dieser Länder, nicht länger auf Konfrontation, sondern auf Konsultation und Zusammenarbeit zu setzen.
De aanneming van de beginselverklaring door de staatshoofden van de elf midden-Afrikaanse landen van de Conferentie beschouwt de Raad als een belangrijke gebeurtenis en als een duidelijke blijk van de bereidheid van de landen in de regio om voortaan confrontaties uit de weg te gaan en te kiezen voor overleg en samenwerking.