Vertaling van "liefern möglichkeit " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Bekanntgabe einer im Wege der Versetzung zu besetzenden freien Planstelle | Bekanntgabe einer Versetzungsmöglichkeit | Mitteilung über die Möglichkeit der Versetzung | Möglichkeit einer Änderung der dienstlichen Verwendung
aankondiging van overplaatsingsmogelijkheid

Möglichkeit zur Einrede
tegenwerpbaarheid van de verweermiddelen

individuell angepasste Baustoffe liefern
voorzien in aangepaste bouwmaterialen | zorgen voor aangepaste bouwmaterialen

Aquatik-Produkte nach Kundenspezifikationen liefern
aquatische producten leveren volgens specificaties van de klant

im Wachstum befindliche Pflanzungen, die lediglich einmalig Erzeugnisse liefern
gewassen te velde die slechts één oogst opleveren

Nachschub für Bohranlagen liefern
takelapparatuur leveren

Beweise beibringen | Beweise erbringen | Beweise liefern
bewijs leveren

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

(n) dem Unternehmer zu gestatten, wenn das Bestellte nicht verfügbar ist, etwas Gleichwertiges zu liefern, ohne dass der Verbraucher ausdrücklich über diese Möglichkeit und darüber informiert worden ist, dass der Unternehmer, wenn der Verbraucher ein Recht auf Ablehnung der Leistung ausübt, die Kosten der Rücksendung des vom Verbraucher im Rahmen des Vertrags Empfangenen tragen muss und ohne dass der Verbraucher ausdrücklich danach verlangt hat, etwas Gleichwertiges zu liefern ;
(n) een handelaar toe te staan, wanneer het bestelde niet beschikbaar is, een equivalent te leveren zonder dat de consument uitdrukkelijk om levering van een equivalent heeft gevraagd en zonder de consument uitdrukkelijk te hebben geïnformeerd over deze mogelijkheid en over het feit dat de handelaar de kosten moet dragen van het terugzenden van wat de consument op grond van de overeenkomst heeft ontvangen, wanneer de consument zijn recht uitoefent om de uitvoering te weigeren;

33. ist besorgt über die schwache Leistung im Zusammenhang mit dem Projekt Castor; fordert die Bank auf, Details zur Fehlerlosigkeit ihrer Sorgfaltsprüfung zu liefern sowie Informationen darüber zur Verfügung zu stellen, ob in den durchgeführten geologischen Studien die Möglichkeit eines Erdbebenrisikos festgestellt wurde, wie hoch der Prozentsatz des Risikos war und wie die Problematik behandelt wurde;
33. uit zijn bezorgdheid over de projectprestaties in het kader van het Castorproject; verzoekt de bank gegevens over de kwaliteit van zijn zorgvuldigheidsonderzoek te overleggen en informatie te verstrekken of de uitgevoerde geologische studies de mogelijkheid aangeven van eventuele seismische risico's, wat het percentage daarvan was en hoe die zijn aangepakt;

28. fordert die Mitgliedstaaten auf, die sich aus der Ständigen Strukturierten Zusammenarbeit ergebenden Möglichkeiten auszuschöpfen und anzufangen, diese Vertragsbestimmung umzusetzen, um die vorherrschende „GSVP-Müdigkeit“ zu bekämpfen und die militärische Zusammenarbeit und Integration zu vertiefen; fordert den Europäischen Rat auf, klare Richtlinien für deren Umsetzung zu liefern und ersucht jene Mitgliedstaaten ein, die kein Interesse daran haben, konstruktiv zu handeln; betont, dass die Möglichkeit eines späteren Beitritts offen gelassen werden sollte, um Flexibilität zu gewährleisten und ein Europa der zwei Geschwindigkeiten zu vermeiden;
28. verzoekt de lidstaten de door de PESCO geboden mogelijkheden te benutten en te beginnen met de uitvoering van deze bepaling van het Verdrag om de heersende „GVDB-moeheid” aan te pakken en de militaire samenwerking en integratie te verdiepen; roept de Europese Raad op duidelijke richtsnoeren voor de uitvoering ervan te geven, en verzoekt de niet-geïnteresseerde lidstaten zich constructief op te stellen; benadrukt dat het mogelijk moet blijven later aan te sluiten om de nodige flexibiliteit te waarborgen en te voorkomen dat er een Europa van twee snelheden ontstaat;

62. fordert die EU und sämtliche regionalen und internationalen Partner mit Nachdruck auf, die mit einer neuen Regierung in Somalia geschaffene Möglichkeit optimal zu nutzen, da in Verbindung mit dem offenkundigen Abflauen der von den Al-Shabaab-Milizen verursachten Eskalation ein Potenzial vorhanden ist, um eine neue politische Ära in Somalia einzuleiten; unterstreicht deshalb die Notwendigkeit, dass die internationale Gemeinschaft, insbesondere die EU, bereit ist, den legitimen demokratischen Regierungsstellen Hilfestellung auf dem Gebiet des Aufbaus institutioneller Kapazitäten, bei der Reform des Sicherheitssektors und den Programmen zur Abrüstung, Demobilisierung und Reintegration zu liefern und die Zivilgesellschaft zu unterstützten; fordert die HV/VP auf, sicherzustellen, dass das Vorgehen der EU in Somalia eine freie und offene Gesellschaft fördert, die die Menschenrechte, insbesondere die Rechte von Frauen und Minderheiten, achtet und verteidigt, die Eigenverantwortung von Frauen ermöglicht und die Gleichstellung der Geschlechter in sämtlichen Bereichen der Gesellschaft gewährleistet;
62. dringt er bij de EU en bij alle regionale en internationale partners op aan om de gelegenheid ten volle te benutten die wordt gecreëerd door de vorming van de nieuwe Somalische regering, die er, in combinatie met de klaarblijkelijke terugval van de Al-Shaabab-opstand in het land, voor zorgt dat een nieuw politiek tijdperk in Somalië kan beginnen; wijst er daarom op dat de internationale gemeenschap, en met name de EU, paraat moet staan om steun te verlenen aan legitieme en democratische autoriteiten op het vlak van institutionele capaciteitsopbouw, SSR, DDR en om het maatschappelijk middenveld te steunen; dringt er bij de HV/VV op aan ervoor te zorgen dat het optreden van de EU in Somalië bevorderlijk is voor een vrije, open maatschappij waar de mensenrechten, en met name de rechten van vrouwen en minderheden, worden geëerbiedigd en gehandhaafd, de positie van vrouwen wordt versterkt en de gelijkheid van mannen en vrouwen in alle sectoren van de maatschappij wordt gegarandeerd;

8. weist darauf hin, dass in einigen Mitgliedstaaten die Verbraucher immer noch nicht die Möglichkeit haben, den Energieanbieter frei auszuwählen und dadurch die Bildung wettbewerbsfähiger und fairer Preise zu fördern; betont, dass die Verbraucher umfassende Beratung und nützliche Informationen erhalten sollen, um ihre aktive Teilnahme zu gewährleisten; darüber hinaus werden Verbraucherinformationskampagnen erforderlich sein, um von der Verbreitung intelligenter Energiesysteme profitieren zu können; fordert die Kommission auf, die Beteiligung der Verbraucher an der Umsetzung intelligenter Energiesysteme – insbesondere durch die Ausarbeitung zugänglicher, effizienter und transparenter Finanzierungssysteme – zu ermöglichen und intelligente Zähler zu fördern, die den Verbrauchern klar verständliche Informationen über ihren Energieverbrauch liefern; weist nachdrücklich darauf hin, dass Gas- und Strompreise angemessen, transparent und leicht vergleichbar sein müssen; betont die Notwendigkeit, transparente und präzise Abrechnungsformen auf der Grundlage des tatsächlichen Verbrauchs zu fördern, Standardformate für Rechnungen zu entwerfen und die Verbreitung von effektiven und verständlichen Preisvergleichstools sowie einfache und schnelle Anbieterwechsel voranzutreiben;
8. wijst erop dat in sommige lidstaten consumenten tot nu toe niet vrij hun elektriciteitsleverancier hebben kunnen kiezen en geen concurrerende en eerlijke prijs voor elektriciteit betalen; wijst erop dat consumenten, om hun actieve deelname te bewerkstelligen, uitgebreid moeten worden voorgelicht en opgeleid en dat er voor de consumenten voorlichtingscampagnes moeten worden opgezet om hen in staat te stellen van de verspreiding van slimme energiesystemen te profiteren; verzoekt de Commissie en de lidstaten om de deelname van consumenten aan de totstandbrenging van slimme energiesystemen te stimuleren en mogelijk te maken, in het bijzonder door de uitwerking van toegankelijke, efficiënte en transparante financieringsregelingen, en om het gebruik van slimme meters die consumenten een duidelijk beeld van hun energieverbruik geven te bevorderen; benadrukt dat de gas- en elektriciteitsprijzen in Europa redelijk, transparant en gemakkelijk met elkaar te vergelijken moeten zijn; benadrukt de noodzaak om transparante en correcte facturering op basis van het daadwerkelijke verbruik, een standaardformaat voor facturen en de verspreiding van doeltreffende instrumenten voor het vergelijken van alle prijzen, alsmede de mogelijkheid om eenvoudig en snel wisselen van leverancier, te bevorderen;

2) Verstösst Artikel 22ter des Gesetzes vom 27. Juni 1969 in der durch das Programmgesetz vom 27. Dezember 2004 abgeänderten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 6 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er dem Arbeitgeber, der den Bestimmungen in Bezug auf Angabe und Offenlegung der Teilzeitarbeitsstundenpläne nicht nachgekommen ist, jede Möglichkeit versagt, den Beweis der tatsächlich geleisteten Arbeitsstundenzahl zu liefern, und indem er es den alleinigen Dienststellen der Sozialinspektion überlässt, festzustellen, dass gegebenenfalls eine materielle Unmöglichkeit der Vollzeitarbeitsleistung vorliegt, ohne dass der Arbeitgeber in die Lage versetzt wird, sich diesbezüglich zu äussern?
2) Schendt artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969, gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij de werkgever die de maatregelen met betrekking tot de vermeldingen en de openbaarmaking van de deeltijdse werkroosters niet in acht heeft genomen, elke mogelijkheid ontnemen om het bewijs te leveren van het werkelijk gepresteerde aantal uren, en in zoverre het uitsluitend aan de sociale-inspectiediensten de zorg overlaat om het eventuele bestaan vast te stellen van een materiële onmogelijkheid om voltijdse arbeid te verrichten, zonder dat de werkgever de mogelijkheid heeft om daarover uitleg te verschaffen ?

4) Verstösst - in der Auslegung, nach der es sich um eine strafrechtliche Sanktion im Sinne der Artikel 6 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention handelt - Artikel 22ter des Gesetzes vom 27. Juni 1969 in der durch das Programmgesetz vom 27. Dezember 2004 abgeänderten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er eine Vermutung einführt, die vom Arbeitgeber, der keine Massnahmen in Bezug auf Angabe und Offenlegung der Teilzeitarbeitsstundenpläne getroffen hat, nie widerlegt werden kann, auch wenn dieser imstande ist, den Beweis dafür zu liefern, dass es materiell oder wirtschaftlich unmöglich war, dass die Arbeitsleistungen von den betreffenden Arbeitnehmern als Vollzeitarbeit erbracht wurden, und indem das Arbeitsgericht nicht über die Möglichkeit verfügt, die Sanktion zu modulieren, wenn der Arbeitgeber trotzdem einen solchen Beweis erbringt?
4) Schendt artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969, gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004, in de interpretatie volgens welke het gaat om een sanctie met een strafrechtelijk karakter in de zin van de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een dusdanig vermoeden instelt dat de werkgever die de vermeldingen en maatregelen van openbaarmaking van de deeltijdse werkroosters niet in acht heeft genomen, dat vermoeden nooit kan weerleggen, zelfs indien hij in staat is het bewijs te leveren van een materiële of economische onmogelijkheid dat de arbeid voltijds kon worden verricht door zijn in het geding zijnde werknemers, en in zoverre de arbeidsrechtbank over geen enkele bevoegdheid beschikt om de sanctie aan te passen, wanneer de werkgever niettemin een dergelijk bewijs levert ?

4) Verstösst - in der Auslegung, nach der es sich um eine strafrechtliche Sanktion im Sinne der Artikel 6 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention handelt - Artikel 22ter des Gesetzes vom 27hhhhqJuni 1969 in der durch das Programmgesetz vom 27hhhhqDezember 2004 abgeänderten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er eine Vermutung einführt, die vom Arbeitgeber, der keine Massnahmen in Bezug auf Angabe und Offenlegung der Teilzeitarbeitsstundenpläne getroffen hat, nie widerlegt werden kann, auch wenn dieser imstande ist, den Beweis dafür zu liefern, dass es materiell oder wirtschaftlich unmöglich war, dass die Arbeitsleistungen von den betreffenden Arbeitnehmern als Vollzeitarbeit erbracht wurden, und indem das Arbeitsgericht nicht über die Möglichkeit verfügt, die Sanktion zu modulieren, wenn der Arbeitgeber trotzdem einen solchen Beweis erbringt?
4) Schendt artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969, gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004, in de interpretatie volgens welke het gaat om een sanctie met een strafrechtelijk karakter in de zin van de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een dusdanig vermoeden instelt dat de werkgever die de vermeldingen en maatregelen van openbaarmaking van de deeltijdse werkroosters niet in acht heeft genomen, dat vermoeden nooit kan weerleggen, zelfs indien hij in staat is het bewijs te leveren van een materiële of economische onmogelijkheid dat de arbeid voltijds kon worden verricht door zijn in het geding zijnde werknemers, en in zoverre de arbeidsrechtbank over geen enkele bevoegdheid beschikt om de sanctie aan te passen, wanneer de werkgever niettemin een dergelijk bewijs levert ?

2) Verstösst Artikel 22ter des Gesetzes vom 27hhhhqJuni 1969 in der durch das Programmgesetz vom 27hhhhqDezember 2004 abgeänderten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 6 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er dem Arbeitgeber, der den Bestimmungen in Bezug auf Angabe und Offenlegung der Teilzeitarbeitsstundenpläne nicht nachgekommen ist, jede Möglichkeit versagt, den Beweis der tatsächlich geleisteten Arbeitsstundenzahl zu liefern, und indem er es den alleinigen Dienststellen der Sozialinspektion überlässt, festzustellen, dass gegebenenfalls eine materielle Unmöglichkeit der Vollzeitarbeitsleistung vorliegt, ohne dass der Arbeitgeber in die Lage versetzt wird, sich diesbezüglich zu äussern?
2) Schendt artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969, gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij de werkgever die de maatregelen met betrekking tot de vermeldingen en de openbaarmaking van de deeltijdse werkroosters niet in acht heeft genomen, elke mogelijkheid ontnemen om het bewijs te leveren van het werkelijk gepresteerde aantal uren, en in zoverre het uitsluitend aan de sociale-inspectiediensten de zorg overlaat om het eventuele bestaan vast te stellen van een materiële onmogelijkheid om voltijdse arbeid te verrichten, zonder dat de werkgever de mogelijkheid heeft om daarover uitleg te verschaffen ?

So dass Artikel 133 des Gesetzes vom 22. Februar 1998 zur Festlegung sozialer Bestimmungen, indem er lediglich den pharmazeutischen Unternehmen für das Jahr 1998 eine ' Abgabe ' von 4 % auf den 1997 durch den Verkauf von rückzahlbaren Arzneimitteln erzielten Umsatz auferlegt und dabei für das gleiche Jahr 1998 die Möglichkeit ausschliesst, über die in Artikel 191 Nrn. 19 und 20 des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes vorgesehenen Einnahmen zu verfügen, die von den Einbehaltungen zu Lasten der Personen stammen, die wie die pharmazeutischen Unternehmen zur gleichen Kategorie der von der Produktion bis zum Verbrauch rückzahlbarer Medikamente führenden Kette wirtschaftlicher Akteure gehören, ohne diesbezüglich eine gültige, annehmbare und sachdienliche Rechtfertigung zu liefern, gegen die Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstösst, wie sie in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung formuliert sind, in Verbindung mit den Artikeln 170 und 172 der Verfassung».
Zodat artikel 133 van de wet van 22 februari 1998 houdende sociale bepalingen, door enkel aan de farmaceutische bedrijven, voor het jaar 1998, een ' heffing ' van 4 % op te leggen op de omzet verwezenlijkt in 1997 door de verkoop van terugbetaalbare geneesmiddelen, met uitsluiting, voor hetzelfde jaar 1998, van de mogelijkheid om te beschikken over de inkomsten bedoeld in artikel 191, 19° en 20°, van de op 14 juli 1994 gecoördineerde wet en voortspruitend uit heffingen ten laste van de personen die deel uitmaken van dezelfde categorie die, evenals de farmaceutische bedrijven, deelnemen aan de keten van economische operatoren die leidt van de productie tot het verbruik van terugbetaalbare geneesmiddelen, zonder in dat opzicht een geldige, aanvaardbare en pertinente verantwoording te geven, de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie schendt, zoals die zijn geformuleerd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang met de artikelen 170 en 172 van de Grondwet».