Vertaling van "legt richtlinie jedoch keine " (Duits → Nederlands) :

Der Grund, der auf der Umsetzung einer europäischen Richtlinie beruht, während diese Umsetzung nicht mit deren Vorschriften und deren Auslegung durch den Gerichtshof der Europäischen Union übereinstimmen würde, kann jedoch kein Grund des Allgemeininteresses sein, der einen Rückgang des sozialen Beistands im Sinne von Artikel 23 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, rechtfertigen könnte.
Het motief dat steunt op de omzetting van een Europese richtlijn, terwijl die omzetting niet overeenstemt met de voorschriften ervan en met de interpretatie die het Hof van Justitie van de Europese Unie eraan geeft, zou evenwel geen motief van algemeen belang kunnen vormen, dat een achteruitgang van de sociale bijstand zoals bedoeld in artikel 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, zou kunnen verantwoorden.

In der Erwägung, dass es angebracht ist, die Rubrik 21.11 der Anlage I des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 4. Juli 2002 zur Festlegung der Liste der einer Umweltverträglichkeitsprüfung zu unterziehenden Projekte sowie der eingestuften Anlagen und Tätigkeiten abzuändern, um den Punkt 18, a) der Anlage I der Richtlinie 85/337/EWG des Rates vom 27. Juni 1985 über die Umweltverträglichkeitsprüfung bei bestimmten öffentlichen und privaten Projekten richtig umzusetzen; dass in der Rubrik 21.11.01 in der Tat ein Schwellenwert vorgesehen ist, unterhalb dessen die Durchführung einer Umweltverträglichkeitsprüfung nicht vorgeschrieben ist, was die zur Herstellung von Papierstoff aus Holz oder aus anderen faserigen oder nicht faserigen Stoffen bestimmten Industrieanlagen betrifft, während in Punkt 18, a) der Anlage I der Richtlinie jedoch kein Schwellenwert vorgesehen ist;
Overwegende dat rubriek 21.11 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten gewijzigd dient te worden met het oog op de correcte omzetting van punt 18, a), van bijlage I bij Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985; dat rubriek 21.11.01 immers voorziet in een drempel waaronder geen milieu-effectbeoordeling uitgevoerd moet worden wat betreft de industriële installaties voor de vervaardiging van basispapier en -karton, vanaf hout of overige al dan niet vezelige stoffen, terwijl punt 18, a), van bijlage I bij de richtlijn daar niet in voorziet;

[...] 41. Es ist jedoch darauf hinzuweisen, dass eine Tätigkeit nur dann im Einklang mit Art. 6 Abs. 2 der Habitatrichtlinie steht, wenn gewährleistet ist, dass sie keine Störung verursacht, die die Ziele dieser Richtlinie, insbesondere die mit ihr verfolgten Erhaltungsziele, erheblich beeinträchtigen kann (Urteil Kommission/ Spanien, C-404/09, EU: C: 2011: 768, Rn. 126 und die dort angeführte Rechtsprechung).
[...] 41. Evenwel zij in herinnering gebracht dat een activiteit slechts in overeenstemming is met artikel 6, lid 2, van de habitatrichtlijn indien is gegarandeerd dat zij niet leidt tot een verstoring die significante gevolgen kan hebben voor de doelstellingen van deze richtlijn, met name de daarmee nagestreefde instandhoudingsdoelstellingen (arrest Commissie/Spanje, C-404/09, punt 126 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

In Bezug auf die Form, den Inhalt und die Erfüllung von Verträgen über die Erbringung von Wertpapier- oder Nebendienstleistungen legt die Richtlinie jedoch keine weiteren Pflichten fest.
Zij stelt echter geen eisen aan de vorm, inhoud en uitvoering van contracten voor de verlening van beleggings- of nevendiensten.

19. bringt seine tiefe Besorgnis hinsichtlich der übermäßig hohen Rate von Unfällen unter Leiharbeitnehmern und kurzfristig Beschäftigten zum Ausdruck, die in einigen Mitgliedstaaten mindestens doppelt so hoch ist wie bei Arbeitnehmern in unbefristeten Beschäftigungsverhältnissen; weist darauf hin, dass in der Richtlinie 91/383/EWG als allgemeine Regel festgelegt ist, dass Leiharbeitnehmer im Hinblick auf den Gesundheitsschutz am Arbeitsplatz dieselben Rechte wie andere Arbeitnehmer haben, dass in der Richtlinie jedoch keine spezifischen Mechanismen für die praktische Anwendung dieses Grundsatzes vorgesehen sind; fordert die Kommission auf, hier Abhilfe zu schaffen; fordert die Regierungen der Mitgliedstaaten auf, schnellstmöglich zu einem Einvernehmen über den Richtlinienvorschlag der Kommission über Leiharbeitnehmer zu kommen;
19. maakt zich ernstig zorgen over het buitensporig hoge aantal ongevallen onder werknemers met uitzend- en kortetermijncontracten, dat in enkele lidstaten ten minste twee keer zo hoog is als dat onder werknemers in vaste dienst; wijst erop dat Richtlijn 91/383/EEG als algemene regel bepaalt dat uitzendkrachten dezelfde rechten inzake veiligheid op het werk hebben als andere werknemers, maar dat de richtlijn geen specifieke mechanismen bevat voor de toepassing van dit beginsel in de praktijk; roept de Commissie op hier onverwijld iets aan te doen; verzoekt de regeringen van de lidstaten onverwijld tot overeenstemming te komen over het voorstel van de Commissie voor een richtlijn betreffende tijdelijk personeel;

19. bringt seine tiefe Besorgnis hinsichtlich der übermäßig hohen Rate von Unfällen unter Leiharbeitnehmern und kurzfristig Beschäftigten zum Ausdruck, die in einigen Mitgliedstaaten mindestens doppelt so hoch ist wie bei Arbeitnehmern in unbefristeten Beschäftigungsverhältnissen; weist darauf hin, dass in der Richtlinie 91/383/EWG als allgemeine Regel festgelegt ist, dass Leiharbeitnehmer im Hinblick auf den Gesundheitsschutz am Arbeitsplatz dieselben Rechte wie andere Arbeitnehmer haben, dass in der Richtlinie jedoch keine spezifischen Mechanismen für die praktische Anwendung dieses Grundsatzes vorgesehen sind; fordert die Kommission auf, hier Abhilfe zu schaffen; fordert die Regierungen der Mitgliedstaaten auf, schnellstmöglich zu einem Einvernehmen über den Richtlinienvorschlag der Kommission über Leiharbeitnehmer zu kommen;
19. maakt zich ernstig zorgen over het buitensporig hoge aantal ongevallen onder werknemers met uitzend- en kortetermijncontracten, dat in enkele lidstaten ten minste twee keer zo hoog is als dat onder werknemers in vaste dienst; wijst erop dat richtlijn 91/383/EEG als algemene regel bepaalt dat uitzendkrachten dezelfde rechten inzake veiligheid op het werk hebben als andere werknemers, maar dat de richtlijn geen specifieke mechanismen bevat voor de toepassing van dit beginsel in de praktijk; roept de Commissie op hier onverwijld iets aan te doen; verzoekt de regeringen van de lidstaten onverwijld tot overeenstemming te komen over het voorstel van de Commissie voor een richtlijn betreffende tijdelijk personeel;

C. in der Erwägung, dass die Abfallvermeidung die höchste Stufe in der Abfallhierarchie für alle Verpackungsmaterialien bildet, dass die Richtlinie jedoch kein konkretes Vermeidungsziel enthält; in der Erwägung, dass in Österreich, in Dänemark, in den Niederlanden und im Vereinigten Königreich im Zeitraum 1997-1998 ein Rückgang bei der auf den Markt gebrachten Verpackungsmenge festzustellen war, in Belgien, Finnland, Deutschland und Italien hingegen eine Zunahme,
C. overwegende dat afvalpreventie voor alle verpakkingsmaterialen weliswaar de hoogste stap is in de afvalhiërarchie, maar dat de richtlijn geen concrete preventiedoelstelling bevat; dat er in 1998 in Oostenrijk, Denemarken, Nederland en het Verenigd Koninkrijk ten opzichte van 1997 sprake was van een afname in de verpakkingshoeveelheid die op de markt werd gebracht, terwijl in België, Finland, Duitsland en Italië sprake was van een toename,

C. in der Erwägung, dass die Abfallvermeidung die höchste Stufe in der Abfallhierarchie für alle Verpackungsmaterialien bildet, dass die Richtlinie jedoch kein konkretes Vermeidungsziel enthält; in der Erwägung, dass in Österreich, in Dänemark, in den Niederlanden und im Vereinigten Königreich im Zeitraum 1997-1998 ein Rückgang bei der auf den Markt gebrachten Verpackungsmenge festzustellen war, in Belgien, Finnland, Deutschland und Italien hingegen eine Zunahme,
C. overwegende dat afvalpreventie voor alle verpakkingsmaterialen weliswaar de hoogste stap is in de afvalhiërarchie, maar dat de richtlijn geen concrete preventiedoelstelling bevat; overwegende dat er in 1998 in Oostenrijk, Denemarken, Nederland en het Verenigd Koninkrijk ten opzichte van 1997 sprake was van een afname in de verpakkingshoeveelheid die op de markt werd gebracht, terwijl in België, Finland, Duitsland en Italië sprake was van een toename,

Die Stoffe, die als gefährliche Stoffe infolge ihrer allgemeinen Einstufung in Anlage I, Teil 2 der Richtlinie des Rates 96/82/EWG bestimmt sind, bei denen jedoch kein Risiko schwerer Unfälle entstehen kann, und deren allgemeine Einstufung infolgedessen im vorliegenden Fall gegenstandslos ist.
Stoffen die op grond van hun generieke indeling in bijlage 1, deel 27 van Richtlijn 96/82/EG van de Raad als gevaarlijke stoffen zijn gedefinieerd, maar die geen gevaar voor een zwaar ongeval kunnen opleveren en waarvoor de generieke indeling derhalve niet voor dit doel geschikt is.

DIE VERORDNUNG NR . 136/66/EWG DES RATES VOM 22 . SEPTEMBER 1966 ÜBER DIE ERRICHTUNG EINER GEMEINSAMEN MARKTORGANISATION FÜR FETTE ( 2 ) , ZULETZT GEÄNDERT DURCH DIE VERORDNUNG ( EWG ) NR . 2554/70 ( 3 ) , LEGT MASSNAHMEN HINSICHTLICH DES WARENVERKEHRS BEI BAUMWOLLSAAT FEST , SIEHT JEDOCH KEINE STÜTZUNGSMASSNAHMEN IN DER GEMEINSCHAFT VOR ; DIE ERZEUGUNG VON BAUMWOLLSAAT IST JEDOCH FÜR DIE LANDWIRTSCHAFT BESTIMMTER REGIONEN DER GEMEINSCHAFT VON BESONDERER BEDEUTUNG ; FÜR DIE LANDWIRTE DER BETREFFENDEN REGIONEN STELLT DIESE ERZEUGUNG EINEN WICHTIGEN TEIL IHRES EINKOMMENS DAR ; DAHER EMPFIEHLT ES SICH , EINE BEIHILFEREGELUNG EINZUFÜHREN , MIT DER EIN BEITRAG ZUR GEWÄHRLEISTUNG EINES ANGEMESSENEN EINKOMMENS DER ERZEUGER ERBRACHT WERDEN KANN .
Overwegende dat in Verordening nr . 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten ( 2 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2554/70 ( 3 ) , een regeling is vastgesteld voor het handelsverkeer in katoenzaad zonder dat is voorzien in steunmaatregelen binnen de Gemeenschap ; dat evenwel de katoenzaadproduktie van bijzonder belang is in de landbouweconomie van bepaalde gebieden van de Gemeenschap ; dat voor de landbouwers van deze gebieden die produktie een aanzienlijk deel van hun inkomen uitmaakt ; dat derhalve een steunregeling dient te worden ingesteld waardoor een bijdrage wordt geleverd tot het verzekeren van een redelijk inkomen aan de betrokken producenten ;