8. betont, dass technologische Festlegungen der vollständigen Realisierung des Potenzials von Verkehrsinnovation entgegenstehen und bei der Entfaltung neuer innovativ
er Ideen hinderlich sein können; betont daher, dass die Politik der Union in Be
zug auf alternative Technologien für den Verkehr technologieneutral sein sollte („Technologieneutralität“), wobei Prioritäten und Finanzierung auf der Grundlage von Ergebnissen entschieden werden müssen, d
ie auf dem gesamten Lebenszyklus ...[+++] der in bestimmten Verkehrsbereichen eingesetzten Technologien beruhen, und dass Maßnahmen zum Zwecke der Harmonisierung kein Hindernis für die Entwicklung innovativer und alternativer Lösungen im Bereich des Verkehrswesens, für die Diversifizierung des Energiemixes und den Einsatz intelligenter Kommunikationstechnologien darstellen dürfen; 8. beklemtoont dat bepa
alde technologische keuzen de volledige verwezenlijking van de potentiële vervoersinnovatie belemmeren en voor de uitwerking van nieuwe innovatieve i
deeën lastig kunnen zijn; is daarom van oordeel dat het beleid van de Unie neutraal moet staan ten opzichte van a
lternatieve vervoerstechnologie ("technologieneutraliteit"), dat besluiten over prio ...[+++]riteiten en financiering gebaseerd moeten zijn op de resultaten, met inachtneming van de gehele levenscyclus van de op specifieke vervoersterreinen gebruikte technologie, en dat het harmonisatiestreven geen belemmering mag vormen voor de ontwikkeling van innovatieve en alternatieve oplossingen op vervoersgebied, de verscheidenheid van de energiemix en de uitrol van intelligente communicatietechnologieën;