2. stellt fest, dass die Lage von Reverend Raymond Owen, gemessen am Geiste von Artikel 136 des EG-Vertrags betreffend die Verbesserung der Lebens- und Arbeitsbedingungen, von Artikel 47 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union betreffend das Recht auf eine faire und öffentliche Anhörung vor einem unabhängigen und unparteiischen Gericht, unannehmbar ist und gegen Artikel 6 der Europäischen Konvention zum Schutz der Menschenrechte und Grundfreiheiten verstößt;
2. erkent dat de positie van dominee Owen onaanvaardbaar is in de geest van artikel 136 van het Verdrag van Rome over betere levens- en werkomstandigheden, van artikel 47 van het Handvest voor de grondrechten in de Europese Unie over het recht om eerlijk en openbaar te worden gehoord door een onafhankelijke onpartijdige rechtbank en in strijd lijkt met artikel 6 van de Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;