Vertaling van "lag jährliche hvpi-inflation " (Duits → Nederlands) :

Im April 2014 lag die jährliche HVPI-Inflation bei -1,3 %.
In april 2014 bedroeg de HICP-inflatie op jaarbasis -1,3 %.

Im April 2014 lag die jährliche HVPI-Inflation bei 0,3 %.
In april 2014 bedroeg de jaarlijkse HICP-inflatie 0,3 %.

Im April 2014 lag die jährliche HVPI-Inflation bei -0,2 %.
In april 2014 bedroeg de jaarlijkse HICP-inflatie -0,2 %.

Nachdem die jährliche HVPI-Inflation mit 10 % im Jahr 2008 einen Höchststand erreicht hatte, führten der Wirtschaftsabschwung und signifikante Nominallohn-Anpassungen zu einer Dämpfung der Inflation in den Jahren 2009 und 2010.
Nadat de HICP-inflatie op jaarbasis in 2008 een piek bereikte van 10 %, leidden de economische recessie en een aanzienlijke aanpassing van de nominale lonen tot een getemperde inflatie in 2009 en 2010.

Die jährliche HVPI-Inflation, die im September 2012 einen Höchststand erreicht hatte, ist zurückgegangen und war im zweiten Halbjahr 2013 und den ersten Monaten des Jahres 2014 negativ.
De HICP-inflatie op jaarbasis bereikte in september 2012 een piek, maar was in de tweede helft van 2013 en in de eerste maanden van 2014 negatief.

Im Referenzzeitraum von Mai 2013 bis April 2014 lag der Zwölfmonatsdurchschnitt der HVPI-Inflation (harmonisierter Verbraucherpreisindex) im Falle Litauens bei 0,6 % und somit deutlich unter dem Referenzwert von 1,7 %.
Over de referentieperiode van mei 2013 tot april 2014 lag het twaalfmaands gemiddelde van de HICP-inflatie in Litouwen rond de 0,6%, dus duidelijk onder de referentiewaarde van 1,7%.

Im Referenzzeitraum von Mai 2012 bis April 2013 lag der Zwölfmonatsdurchschnitt der HVPI-Inflation bei 1,3 % und somit deutlich unter dem Referenzwert von 2,7 %.
Het gemiddelde van de HICP-inflatie over 12 maanden bedroeg in de referentieperiode (mei 2012 tot april 2013) 1,3%, ruim onder de referentiewaarde 2,7%.

In dem Bemessungszeitraum von April 2009 bis März 2010 betrug der Zwölfmonatsdurchschnitt der HVPI-Inflation -0,7 Prozent und lag damit weit unter dem Referenzwert von 1,0 Prozent für das Kriterium der Preisstabilität.
Gedurende de referentieperiode van april 2009 t/m maart 2010 bedroeg de twaalfmaands gemiddelde HICP-inflatie in Estland -0,7%, d.w.z. duidelijk minder dan de referentiewaarde van 1,0% voor het criterium inzake prijsstabiliteit.

Insgesamt lag die HVPI-Inflation wie im Vorjahr unverändert bei 2,1 %.
De jaarlijkse HICP-inflatie kwam in totaal uit op 2,1 procent, hetzelfde percentage als het voorgaande jaar.

Während die jährliche HVPI-Inflationsrate in der ersten Hälfte des Jahres 2005 auf 2,0 % absank, was vor allem an den Basiseffekten lag, stieg die HVPI-Inflationsrate in der zweiten Jahreshälfte plötzlich weit über 2 % an und erreichte im September einen Höchststand von 2,6 %. Hauptgrund hierfür war der erhebliche Anstieg der Energiepreise.
Terwijl de jaarlijkse HCIP-inflatie in de eerste helft van 2005 afnam tot 2,0 procent, voornamelijk als gevolg van gunstige basiseffecten, steeg de HCIP-inflatie in de tweede helft tot boven de 2 procent, waarbij in september een piek werd bereikt met 2,6 procent, voornamelijk als gevolg van de substantiële stijging van de energieprijzen.