3. weist mit Nachdruck darauf hin, dass die in den Schlussfolgerungen des Vorsitzes des Europäischen Rates vom 14./15. Dezember 2006 in Brüssel zum Ausdruck gebrachten Grundsätze betreffend den "erneuerten Konsens über die Erweiterung", insbesondere die Tatsache, dass die Union zu effizienter Arbeit und Weiterentwicklung fähig sein muss, nach wie vor zu den unerlässlichen Grundsätzen der EU-Erweiterungspolitik gehören müssen;
3. benadrukt het feit dat de principes die in de conclusies van het voorzitterschap van de vergadering van de Europese Raad van Brussel van 14-15 december 2006 zijn neergelegd met betrekking tot de "nieuwe consensus over uitbreiding", met name dat de Europese Unie effectief moet kunnen functioneren en dat zij zich moet kunnen ontwikkelen, onmisbare beginselen van het uitbreidingsbeleid van de EU moeten blijven;