Artikel 1675/13 § 3 des Gerichtsgesetzbuches verstösst nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem der Pfändungsrichter keinen Erlass der Schulden eines Konkursschuldners gewähren kann, die nach Aufhebung des Konkursverfahrens übrigbleiben, für das der Konkursschuldner in Anwendung des Konkursgesetzes vom 8. August 1997 sowohl in der Fassung vor als in der Fassung nach dessen Abänderung durch das Gesetz vom 4. September 2002 nicht für entschuldbar erklärt wurde.
Artikel 1675/13, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet doordat de beslagrechter geen kwijtschelding kan verlenen voor de schulden van een gefailleerde die overblijven na het sluiten van een faillissement waarvoor de gefailleerde niet verschoonbaar is verklaard met toepassing van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zowel in de versie vóór als in de versie na de wijziging ervan bij de wet van 4 september 2002.