8. unterstreicht, dass die Verpflichtung, den in der Europäischen Union ansässigen Personen ein hohes Schutzniveau zu garantieren, mit einer uneingeschränkten Wahrung der Grundrechte einhergehen muss; wiederholt bei dieser Gelegenheit seine Forderung, beim Erlass von Ausnahme- und Notstandsregelungen zur Bekämpfung des Terrorismus jedes Mal eine Klausel vorzusehen, die die befristete Gültigkeit und eine Überprüfung festschreibt, an der das Europäische Parlament beteiligt ist;
8. onderstreept dat de verplichting om de ingezetenen van de Europese Unie een hoge graad van bescherming te waarborgen alleen maar uitgevoerd kan worden door de grondrechten volledig te eerbiedigen, en herhaalt bij deze gelegenheid zijn vraag dat alle vormen van nood- en uitzonderingswetgeving tot bestrijding van het terrorisme telkens een bepaling omvatten die hun geldigheidsduur beperkt en een herziening met medewerking van het Europees Parlement oplegt;