Traduction de «klima diesem » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Ingenieur Heizung, Klima, Lüftung | Ingenieur Heizung, Klima, Lüftung/Ingenieurin Heizung, Klima, Lüftung | Ingenieurin Heizung, Klima, Lüftung
ingenieur koel- en verwarmingstechniek | ingenieur luchtbehandeling | ingenieur klimatisatie | ingenieur koel-, lucht- en verwarmingstechniek

Heizungsbauzeichner | Technischer Zeichner - Heizungs-, Klima-, Sanitärtechnik | Zeichner - Heizungs-, Klima-, Sanitärtechnik | Zeichner - Heizungs-/Klima-/Sanitärtechnik/Zeichnerin - Heizungs-/Klima-/Sanitärtechnik
technisch tekenaar hvac | tekenaar koel-, lucht- en verwarmingstechniek | CAD-tekenaar hvac | technisch tekenaar koel-, lucht- en verwarmingstechniek

Klima
klimaat

Rahmen für die Klima- und Energiepolitik bis 2030 | Rahmen für die Klima- und Energiepolitik im Zeitraum 2020-2030
beleidskader voor klimaat en energie 2030 | klimaat- en energiekader 2030

Mechatroniker für Kältetechnik | Zentralheizungsbauer | Gebäudetechnikerin | Heizungs-, Lüftungs-, Klima- und Kälteanlagenbauer/ Heizungs-, Lüftungs-, Klima- und Kälteanlagenbauerin
technica verwarming, ventilatie, airconditioning en koeling | ventilatietechnicus | koeltechnica | monteur koel-, lucht- en verwarmingstechniek

Minister des Klimas und der Energie
Minister van Klimaat en Energie

zu diesem Zweck
te dien einde

allgemeine Durchführungsbestimmungen zu diesem Statut
algemene bepalingen ter uitvoering van dit statuut | algemene uitvoeringsbepalingen

zu diesem Zeitpunkt herrschende Motorbetriebsbedingungen
momentopname motorcondities

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Das Klima- und Energiepaket aus dem Jahr 2009 ist nicht der einzige Arbeitsschwerpunkt in diesem Bereich.
Het klimaat- en energiepakket van 2009 is niet de enige werkstroom op dit gebied.

Der Rahmen für die Klima- und Energiepolitik bis 2030 soll auf den bisherigen beachtlichen Erfolgen in diesem Bereich aufbauen.
Het kader voor het klimaat- en energiebeleid voor 2030 zal voortbouwen op de aanzienlijke vooruitgang die reeds op dit gebied is geboekt.

die Union ihre Klima- und Energieziele für 2020 verwirklicht hat und darauf hinarbeitet, ihre THG-Emissionen bis 2050 um 80 % bis 95 % gemessen am Stand von 1990 zu reduzieren, und zwar als Teil der globalen Bemühungen zur Begrenzung des Anstiegs der Erdtemperatur auf unter 2 °C gegenüber dem vorindustriellen Niveau und mit der Annahme eines Klima- und Energierahmens für 2030, der einen entscheidenden Schritt in diesem Prozess darstellt.
de Unie heeft voldaan aan haar klimaat- en energiedoelstellingen voor 2020 en op koers ligt om de broeikasgasemissies uiterlijk in 2050 met 80-95 % te verminderen ten opzichte van 1990, als onderdeel van de mondiale inspanningen om de gemiddelde temperatuurstijging te beperken tot minder dan 2 °C boven het peil van vóór de industrialisering, met het akkoord over een klimaat- en energiekader voor 2030 als essentiële stap in het kader van dit proces.

Zwar wird es zwischen diesem Governance-Prozess und den nationalen Politiken, über die im Rahmen des Europäischen Semesters Bericht erstattet wird, eindeutig Querverbindungen und gegenseitige Ergänzungen geben, dennoch sollten die beiden Prozesse, obwohl sie komplementär sind, nach Auffassung der Kommission wegen des andersartigen und spezifischen Charakters der Bereiche Energie und Klima und der unterschiedlichen Periodizität der beiden Prozesse getrennt voneinander gehandhabt werden.
Hoewel er een manifeste relatie en complementariteit bestaat tussen dit governance-proces en het nationaal beleid dat bij het Europees Semester aan de orde is, is de Commissie van mening dat deze twee processen, hoewel complementair, gezien hun verschillende periodiciteit en gezien de specificiteit van de energie- en klimaatproblematiek beter afzonderlijk worden beheerd.

erkennt die spezifischen Erfordernisse der Landwirtschaft im tropischen und semiariden Klima an, zumal in diesem System die Nutzpflanzen vor der Sonne geschützt werden müssen und Bodenschutz benötigen, und ist der Ansicht, dass extraktive Monokulturen nicht länger zeitgemäß sind, und merkt an, dass sie in den Geberländern der NAFSN zunehmend eingestellt werden.
erkent de specifieke behoeften van tropische en semi-aride landbouw, en dan met name de behoefte aan schaduw voor de gewassen en aan bodembescherming, beschouwt extractieve monoculturen als achterhaald en wijst er tevens op dat deze in de NAFSN-donorlanden steeds meer worden uitgefaseerd.

43. weist darauf hin, dass die Energie, die nicht verbraucht wird, immer noch die günstigste Energie ist; betont in diesem Zusammenhang, dass eine größere Energieeffizienz als einer der Eckpfeiler der Klima- und Energiepolitik der EU angesehen werden sollte; ist überzeugt, dass Energieeffizienz nicht nur dazu beiträgt, dass Ressourcen erhalten bleiben, die Energiekosten, die Abhängigkeit von importierten Brennstoffen, Handelsdefizite und die Folgen für die Gesundheit verringert werden und die Wettbewerbsfähigkeit der EU-Wirtschaft langfristig zunimmt, sondern auch dazu, dass die Treibhausgasemissionen der EU reduziert werden; weist darauf hin, dass die Erschließung des Potenzials der EU für kostenwirksame Energieeinsparungen von 40 % zu einer Senkung der Treibhausgasemissionen um mindestens 50 % bis 2030 und zu einer Erhöhung des Anteils erneuerbaren Energiequellen am Energiemix auf 35 % führen würde; fordert die Mitgliedstaaten auf, die Richtlinie über die Energieeffizienz und die Richtlinie über die Gesamtenergieeffizienz von Gebäuden rasch und uneingeschränkt umzusetzen; betont, dass das Potenzial jedes einzelnen Wirtschaftszweigs und die jeweilige wirtschaftliche Lage bei der Gestaltung neuer Energieeffizienzstrategien berücksichtigt werden müssen und dass beim Übergang zu mehr Energieeffizienz der Schwerpunkt auf der gesamten Energieversorgungs- und -nachfragekette, einschließlich Umwandlung, Übertragung, Verteilung und Versorgung, sowie auf dem Energieverbrauch in der Wirtschaft und von Gebäuden und Privathaushalten liegen sollte; erkennt die Vorteile von Kampagnen zur Sensibilisierung für Energieeffizienzfragen an;
43. wijst erop dat de goedkoopste energie die energie is die nooit wordt gebruikt; benadrukt in dit verband dat meer energie-efficiëntie als een hoeksteen van het EU-klimaat- en energiebeleid moet worden beschouwd; is ervan overtuigd dat energie-efficiëntie bijdraagt tot het behoud van hulpbronnen, het verlagen van de energiefactuur, minder afhankelijkheid van ingevoerde brandstoffen voor energie, lagere handelstekorten en minder gevolgen voor de gezondheid, en tevens het internationale concurrentievermogen van de Europese economie op lange termijn verbetert en de uitstoot van broeikasgassen in de EU helpt verminderen; wijst erop dat uit onderzoek blijkt dat de verwezenlijking van het kosteneffectieve energiebesparingspotentieel van de EU, dat 40 % bedraagt, de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 50 % zou verminderen tegen 2030 en het aandeel van hernieuwbare energie in de energiemix tot 35 % zou doen oplopen; dringt er bij de lidstaten op aan de richtlijn inzake energie-efficiëntie en de richtlijn over de energieprestatie van gebouwen onverwijld en volledig ten uitvoer te leggen; benadrukt dat bij de ontwikkeling van nieuw beleid inzake energie-efficiëntie het potentieel van elke economische sector en elke economische situatie in aanmerking moeten worden genomen, en dat het streven naar een betere energie-efficiëntie gepaard moet gaan met een sterke focus op de hele vraag- en aanbodketen voor energie, waaronder transformatie, transmissie, distributie en voorziening, alsook het energieverbruik van de industrie, de bouwsector, huishoudens en de transportsector; onderkent de voordelen van bewustmakingscampagnes inzake energie-efficiëntie;

G. in der Erwägung, dass der rechtliche Rahmen des derzeitigen Klima- und Energiepakets mit verbindlichen Zielen für den Anteil erneuerbarer Energieträger sowie die Senkung des Energieverbrauchs und der Treibhausgasemissionen 2020 ausläuft; in der Erwägung, dass das notwendige Wachstum in diesem Wirtschaftszweig einbrechen könnte, wenn es keine nationalen Verpflichtungen zum Ausbau erneuerbarer Energieträger mehr gibt;
G. overwegende dat het rechtskader van het huidige klimaat- en energiepakket met bindende doelstellingen voor het aandeel van hernieuwbare energiebronnen, het verminderen van het energieverbruik en de broeikasgasemissies in 2020 afloopt en het einde van de nationale verplichtingen betreffende de uitbreiding van hernieuwbare energie de noodzakelijke groei in deze sector zou kunnen doen afnemen;

41. weist darauf hin, dass die Energie, die nicht verbraucht wird, immer noch die günstigste Energie ist; betont in diesem Zusammenhang, dass eine größere Energieeffizienz als einer der Eckpfeiler der Klima- und Energiepolitik der EU angesehen werden sollte; ist überzeugt, dass Energieeffizienz nicht nur dazu beiträgt, dass Ressourcen erhalten bleiben, die Energiekosten, die Abhängigkeit von importierten Brennstoffen, Handelsdefizite und die Folgen für die Gesundheit verringert werden und die Wettbewerbsfähigkeit der EU-Wirtschaft langfristig zunimmt, sondern auch dazu, dass die Treibhausgasemissionen der EU reduziert werden; weist darauf hin, dass die Erschließung des Potenzials der EU für kostenwirksame Energieeinsparungen von 40 % zu einer Senkung der Treibhausgasemissionen um mindestens 50 % bis 2030 und zu einer Erhöhung des Anteils erneuerbaren Energiequellen am Energiemix auf 35 % führen würde; fordert die Mitgliedstaaten auf, die Richtlinie über die Energieeffizienz und die Richtlinie über die Gesamtenergieeffizienz von Gebäuden rasch und uneingeschränkt umzusetzen; betont, dass das Potenzial jedes einzelnen Wirtschaftszweigs und die jeweilige wirtschaftliche Lage bei der Gestaltung neuer Energieeffizienzstrategien berücksichtigt werden müssen und dass beim Übergang zu mehr Energieeffizienz der Schwerpunkt auf der gesamten Energieversorgungs- und -nachfragekette, einschließlich Umwandlung, Übertragung, Verteilung und Versorgung, sowie auf dem Energieverbrauch in der Wirtschaft und von Gebäuden und Privathaushalten liegen sollte; erkennt die Vorteile von Kampagnen zur Sensibilisierung für Energieeffizienzfragen an;
41. wijst erop dat de goedkoopste energie die energie is die nooit wordt gebruikt; benadrukt in dit verband dat meer energie-efficiëntie als een hoeksteen van het EU-klimaat- en energiebeleid moet worden beschouwd; is ervan overtuigd dat energie-efficiëntie bijdraagt tot het behoud van hulpbronnen, het verlagen van de energiefactuur, minder afhankelijkheid van ingevoerde brandstoffen voor energie, lagere handelstekorten en minder gevolgen voor de gezondheid, en tevens het internationale concurrentievermogen van de Europese economie op lange termijn verbetert en de uitstoot van broeikasgassen in de EU helpt verminderen; wijst erop dat uit onderzoek blijkt dat de verwezenlijking van het kosteneffectieve energiebesparingspotentieel van de EU, dat 40 % bedraagt, de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 50 % zou verminderen tegen 2030 en het aandeel van hernieuwbare energie in de energiemix tot 35 % zou doen oplopen; dringt er bij de lidstaten op aan de richtlijn inzake energie-efficiëntie en de richtlijn over de energieprestatie van gebouwen onverwijld en volledig ten uitvoer te leggen; benadrukt dat bij de ontwikkeling van nieuw beleid inzake energie-efficiëntie het potentieel van elke economische sector en elke economische situatie in aanmerking moeten worden genomen, en dat het streven naar een betere energie-efficiëntie gepaard moet gaan met een sterke focus op de hele vraag- en aanbodketen voor energie, waaronder transformatie, transmissie, distributie en voorziening, alsook het energieverbruik van de industrie, de bouwsector, huishoudens en de transportsector; onderkent de voordelen van bewustmakingscampagnes inzake energie-efficiëntie;

9. ist ferner besorgt über die starke und rasche Zunahme des Flugverkehrs und der von diesem Sektor verursachten Schadstoffemissionen; ist der Auffassung, dass das Ziel, die Treibhaushausgasemissionen zu verringern, aufs Spiel gesetzt wird, wenn nicht rasch Maßnahmen ergriffen werden; fordert die Kommission dringend auf, unverzüglich zu handeln, um die Auswirkungen des Luftverkehrs auf das Klima zu verringern, indem ein Pilot-Emissionshandelssystem für die Emissionen des Luftverkehrs für den Zeitraum 2008-2012 geschaffen wird, das alle Flüge zu den Flughäfen in der Union und von diesen Flughäfen aus abdeckt, und dass parallel dazu Instrumente zur Bewältigung der Auswirkungen des Luftverkehrs auf das Klima insgesamt eingeführt werden;
9. is eveneens verontrust over de sterke en snelle toename van het luchtverkeer en van de vervuilende uitstoot in die sector; is van mening dat als er niet snel maatregelen worden genomen, de doelstellingen voor de terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen in gevaar zullen komen; dringt er bij de Commissie op aan onverwijld maatregelen te treffen teneinde de gevolgen van het luchtverkeer voor het klimaat te verminderen, door voor de periode 2008-2012 een proefproject voor emissieverhandeling van luchtvaartemissies in te voeren dat alle vluchten naar en van om het even welke luchthaven in de Europese Unie dekt, en ervoor te zorgen dat parallel instrumenten worden gecreëerd om het totale effect van de luchtvaart op het klimaat aan te pakken;