Vertaling van "klagerechte behörden " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Leiter der nationalen Behörden | Leiter nationaler Behörden
hoofd van nationale bureaus

Muster für eine Vereinbarung zwischen den zuständigen Behörden | Muster für eine Vereinbarung zwischen den zuständigen Behörden von [Staat A] und [Staat B] über den automatischen Austausch von Informationen über Finanzkonten zur Förderung der Steuerehrlichkeit | Mustervereinbarung - CAA
model voor een overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten

Sicherheitsausschuss (Informationssicherung - Qualifizierte Behörden) | Sicherheitsausschuss (INFOSEC - Qualifizierte Behörden)
Beveiligingscomité (Informatieborging - AQUA's) | Beveiligingscomité (INFOSEC - AQUA's)

Klagerecht
vorderingsrecht

Aktivlegitimation [ Klagebefugnis | Klagerecht ]
recht om voor het gerecht te treden [ beroepsrecht ]

nationale Behörden
nationale autoriteiten

Pensionsregelung der lokalen Behörden
pensioenstelsel van de lokale overheden

Bescheinigung der zuständigen Behörden
verklaring van de bevoegde autoriteiten

die Anforderungen staatlicher Behörden einhalten
voldoen aan de eisen van wettelijke instanties | voldoen aan de vereisten van wettelijke instanties

mir den für Leichenhallen veraortlichen Behörden zusammenarbeiten
samenwerken met autoriteiten inzake mortuariumdiensten

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

2. Verstösst Artikel 6.1.1 Absatz 4 des Flämischen Raumordnungskodex gegen den in Artikel 23 der Verfassung verankerten Stillhaltegrundsatz, indem er - ohne eine Alternative anzubieten - die bereits bestehenden und vor dem Richter ausgeübten Klagerechte der Behörden auf Wiederherstellung der guten Raumordnung anlässlich einer Depönalisierung der Straftat der Beibehaltung erlöschen lässt, während diese Depönalisierung die konkrete Antastung der guten Raumordnung sowohl de facto als de jure unberührt lässt?
2. Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het standstill -beginsel vervat in artikel 23 van de Grondwet door - zonder in de plaatsstelling van een alternatief - reeds bestaande en voor de rechter uitgeoefende vorderingsrechten van de overheid tot herstel van de goede ruimtelijke ordening uit te doven naar aanleiding van een depenalisering van het misdrijf van instandhouding, terwijl deze depenalisering de concrete aantasting van de goede ruimtelijke ordening zowel de facto als de iure onverlet laat ?

Verstösst Artikel 6.1.1 Absatz 4 des Flämischen Raumordnungskodex gegen den in Artikel 23 der Verfassung verankerten Stillhaltegrundsatz, indem er - ohne eine Alternative anzubieten - die bereits bestehenden und vor dem Richter ausgeübten Klagerechte der Behörden auf Wiederherstellung der guten Raumordnung anlässlich einer Depönalisierung der Straftat der Beibehaltung erlöschen lässt, während diese Depönalisierung die konkrete Antastung der guten Raumordnung sowohl de facto als de jure unberührt lässt?
Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het standstill- beginsel, vervat in artikel 23 Grondwet door - zonder indeplaatsstelling van een alternatief - reeds bestaande en voor de rechter uigeoefende vorderingsrechten van de overheid tot herstel van de goede ruimtelijke ordening uit te doven naar aanleiding van een depenalisering van het misdrijf van instandhouding, terwijl deze depenalisering de concrete aantasting van de goede ruimtelijke ordening zowel de facto als de iure onverlet laat ?

2. « Verstösst Artikel 6.1.1 Absatz 4 des Flämischen Raumordnungskodex gegen den in Artikel 23 der Verfassung verankerten Stillhaltegrundsatz, indem er - ohne eine Alternative anzubieten - die bereits bestehenden und vor dem Richter ausgeübten Klagerechte der Behörden auf Wiederherstellung der guten Raumordnung anlässlich einer Depenalisierung der Straftat der Beibehaltung erlöschen lässt, während diese Depenalisierung die konkrete Antastung der guten Raumordnung sowohl de facto als de jure unberührt lässt?
2. « Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het standstill -beginsel, vervat in artikel 23 van de Grondwet, door - zonder indeplaatsstelling van een alternatief - reeds bestaande en voor de rechter uigeoefende vorderingsrechten van de overheid tot herstel van de goede ruimtelijke ordening uit te doven naar aanleiding van een depenalisering van het misdrijf van instandhouding, terwijl deze depenalisering de concrete aantasting van de goede ruimtelijke ordening zowel de facto als de iure onverlet laat ?

2. Verstösst Artikel 6.1.1 Absatz 4 des Flämischen Raumordnungskodex gegen den in Artikel 23 der Verfassung verankerten Stillhaltegrundsatz, indem er - ohne eine Alternative anzubieten - die bereits bestehenden und vor dem Richter ausgeübten Klagerechte der Behörden auf Wiederherstellung der guten Raumordnung anlässlich einer Depenalisierung der Straftat der Beibehaltung erlöschen lässt, während diese Depenalisierung die konkrete Antastung der guten Raumordnung sowohl de facto als de jure unberührt lässt?
2. Schendt artikel 6.1.1, vierde lid VCRO het standstill -beginsel vervat in artikel 23 Grondwet door - zonder in de plaatsstelling van een alternatief - reeds bestaande en voor de rechter uitgeoefende vorderingsrechten van de overheid tot herstel van de goede ruimtelijke ordening uit te doven naar aanleiding van een depenalisering van het misdrijf van instandhouding, terwijl deze depenalisering de concrete aantasting van de goede ruimtelijke ordening zowel de facto als de iure onverlet laat ?

Verbindlich sollen alle Umweltorganisationen die Möglichkeit haben, gegen Entscheidungen von Behörden ein Widerspruchsrecht und ein Klagerecht unter Einschluss vorläufigen Rechtsschutzes in Anspruch zu nehmen. Das soll für das gesamte Umweltrecht gelten, das heißt für den gesamten Rechtsbestand, der in der Gemeinschaft definiert ist als Schutz oder als Verbesserung der Umwelt, einschließlich der menschlichen Gesundheit und des Schutzes der rationellen Nutzung natürlicher Ressourcen.
Zij wil wettelijk vastleggen dat alle milieuorganisaties de mogelijkheid krijgen tegen besluiten van de overheid protest aan te tekenen en daartegen in beroep te gaan met inbegrip van procedures in kort geding. Dat dient dan van toepassing te zijn op de gehele milieuwetgeving, dat wil zeggen op het geheel aan rechtsregels dat in de Gemeenschap is ontwikkeld ter bescherming of ter bevordering van het milieu, met inbegrip van de menselijke gezondheid en de bescherming van het verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen.