Traduction de «keine einem allgemeinen grundsatz des eu-rechts unvereinbare lücke » (Allemand → Néerlandais) :

Aus dem Vorstehenden folgt, dass das Fehlen von Regeln über die Ermäßigung parafiskalischer Abgaben keine mit einem allgemeinen Grundsatz des EU-Rechts unvereinbare Lücke darstellt, die durch Ziehen einer Analogie zu den bestehenden Regeln über Ermäßigungen gemeinschaftsrechtlich geregelter Energiesteuern geschlossen werden könnte.
Uit bovengenoemde overwegingen volgt dat het ontbreken van regels voor het verlagen van parafiscale heffingen geen met een algemeen beginsel van het Gemeenschapsrecht onverenigbare leemte vormt die door analoge toepassing van de bestaande regels voor verlagingen van geharmoniseerde energiebelastingen zou kunnen worden opgevuld.

Zweitens enthalten die auf den Sachverhalt anwendbaren Regeln keine Lücke, die mit einem allgemeinen Grundsatz des EU-Rechts unvereinbar ist und die durch die analoge Anwendung geschlossen werden kann.
In de tweede plaats bevatten de betreffende regels geen leemte die onverenigbaar is met een algemeen beginsel van het Gemeenschapsrecht die door deze analoge toepassing kan worden opgevuld.

Zweitens müssen die auf den Sachverhalt anwendbaren Regeln eine Lücke enthalten, die mit einem allgemeinen Grundsatz des EU-Rechts unvereinbar ist und die durch die analoge Anwendung geschlossen werden kann (77).
In de tweede plaats moet de geldende regeling een leemte bevatten die onverenigbaar is met een algemeen beginsel van Gemeenschapsrecht welke door deze analoge toepassing kan worden opgevuld (77).

Zweitens müssen die auf den Sachverhalt anwendbaren Regeln eine Lücke enthalten, die mit einem allgemeinen Grundsatz des EU-Rechts unvereinbar ist und die durch die analoge Anwendung geschlossen werden kann.
In de tweede plaats moet de geldende regeling een leemte bevatten die onverenigbaar is met een algemeen beginsel van Gemeenschapsrecht die door een analoge toepassing kan worden opgevuld.

« Beinhaltet der Umstand, dass kraft Artikel 46 § 2 Absatz 2 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle (in der durch Artikel 4 des Gesetzes vom 7. Juli 1978 abgeänderten Fassung) das im Rahmen eines Arbeitsvertrags im Privatsektor beschäftigte Personal bei einem Arbeitsunfall bzw. Arbeitswegunfall erst Klage auf Entschädigung aufgrund des gemeinen Rechts erheben kann, nachdem die Entschädigung aufgrund der Gesetzgebung über die Arbeitsunfälle festgesetzt worden ist, wohingegen das durch die öffentliche Hand beschäftigte Vertragspersonal bei einem Arbeitsunfall bzw. Arbeitswegunfall wohl die Wahl hat, zuerst Klage auf Entschädigung zu erheben, entweder aufgrund des gemeinen Rechts oder aufgrund des Arbeitsunfallrechts, nicht insofern eine Verletzung der verfassungsmässigen Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, die in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankert sind, als innerhalb ein und derselben Gruppe von Rechtsunterworfenen, d.h. Vertragspersonal im allgemeinen, ein Behandlungsunterschied eingeführt wird, für den es keine objektive und angemessene Rechtfertigung gibt?
« Houdt de omstandigheid dat krachtens artikel 46, par. 2, tweede lid van de Arbeidsongevallenwet d.d. 10 april 1971 (zoals gewijzigd door art. 4 van de Wet van 07 juli 1978) het personeel onder arbeidsovereenkomst in de particuliere sector dat het slachtoffer is van een arbeids(weg)ongeval slechts een eis tot vergoeding kan instellen op basis van het gemeen recht nadat de vergoeding uit hoofde van de Arbeidsongevallen-wetgeving is bepaald, terwijl het door de overheid contractueel tewerkgestelde personeel dat het slachtoffer is van een arbeids(weg)ongeval wél de keuze heeft om een eis tot vergoeding eerst in te stellen hetzij op basis van het gemeen recht, hetzij op basis van het arbeidsongevallenrecht, niet in zoverre een schending in van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet-discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, dat binnen éénzelfde groep justitiabelen, namelijk de contractuele werknemers in het algemeen, een verschil in behandeling wordt ingesteld waarvoor geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat ?