17. stellt fest, dass sich die Europäer, da die Ausweitung des Kabelfernsehens auf sämtliche großen Gebiete weder technisch noch wirtschaftlich möglich ist (wie es für kleinere stark urbanisierte Länder der Fall sein kann) und beim Satellitenfernsehen den Erwartungen der Fernsehzuschauer in Bezug auf die Regionalberichterstattung nicht immer entsprochen werden kann, mit Hilfe der Komplementarität der Übertragungsarten darum bemühen müssen, dass die im allgemeinen Interesse liegenden Aufgaben vom öffentlichen Fernsehen dauerhaft und technologieneutral erfüllt werden;
17. verduidelijkt dat de uitbreiding van de kabel tot alle grote gebieden technisch en economisch niet haalbaar is (terwijl zij wel haalbaar is voor de kleinste, sterk verstedelijkte gebieden) en dat satellietuitzendingen niet altijd aan de verwachtingen van televisiekijkers aangaande lokale diensten voldoen, en dat de Europeanen zich daarom moeten toeleggen op complementaire uitzendkanalen om te garanderen dat de publieke televisieomroep altijd, en technologisch neutraal zijn opdracht van algemeen belang nastreeft;
