Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "jedoch zuständigen gesetzgeber nicht " (Duits → Nederlands) :

Artikel 23 der Verfassung verbietet es dem zuständigen Gesetzgeber nicht, der Regierung Ermächtigungen zu erteilen, sofern diese sich auf die Annahme von Maßnahmen beziehen, deren Gegenstand der zuständige Gesetzgeber angegeben hat.

Artikel 23 van de Grondwet verbiedt de bevoegde wetgever niet aan de Regering machtigingen te verlenen, voor zover die machtigingen betrekking hebben op het aannemen van maatregelen waarvan het onderwerp door de bevoegde wetgever is aangegeven.


Sie befürchten, dass die strikten Haushaltsziele, zu denen der Gesetzgeber und der Dekretgeber sich mit den angefochtenen Bestimmungen verpflichteten, zur Folge hätten, dass die zuständigen Behörden nicht mehr in der Lage wären, ihre verfassungsmäßigen Verpflichtungen in Bezug auf die durch Artikel 23 der Verfassung gewährleisteten sozialen Grundrechte zu erfüllen.

Zij vrezen dat de strikte begrotingsdoelstellingen, waartoe de wetgever en de decreetgever zich met de bestreden bepalingen verbinden, tot gevolg zullen hebben dat de bevoegde overheden niet langer in staat zullen zijn om aan hun grondwettelijke verplichtingen inzake sociale grondrechten, zoals gewaarborgd bij artikel 23 van de Grondwet, te voldoen.


Der Gerichtshof muss jedoch prüfen, ob der Gesetzgeber nicht auf unverhältnismäßige Weise gegen die Rechte der Steuerpflichtigen im Sinne von Artikel 342 § 3 des EStGB 1992 verstoßen hat, indem er der Verwaltung die Möglichkeit geboten hat, die in Artikel 182 des königlichen Erlasses zur Ausführung des EStGB 1992 vorgesehenen steuerpflichtigen Mindestbeträge auf sie anzuwenden, wenn diese Steuerpflichtigen keine oder keine fristgerechte Steuererklärung eingereicht haben.

Het Hof moet evenwel onderzoeken of de wetgever niet op onevenredige wijze inbreuk heeft gemaakt op de rechten van de in artikel 342, § 3, van het WIB 1992 bedoelde belastingplichtigen door het de administratie mogelijk te maken belastbare minima, zoals vastgesteld bij artikel 182 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 1992, op hen toe te passen wanneer die belastingplichtigen een belastingaangifte niet of niet tijdig hebben overgelegd.


Die Maßnahme wurde jedoch auf Geldstrafen ausgedehnt, was Artikel 8 § 1 letzter Absatz des Gesetzes vom 29. Juni 1964 bestätigt, und wurde vom Gesetzgeber nicht als unvereinbar mit einer administrativen Geldstrafe, die durch eine andere Behörde als ein Strafgericht auferlegt wird, angesehen (siehe Artikel 141 § 7 Absatz 3, eingefügt durch das Programmgesetz vom 24. Dezember 2002 in das koordinierte Gesetz vom 14. Juli 1994 über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung).

Die maatregel is evenwel uitgebreid tot de geldstraffen, wat wordt bevestigd in artikel 8, § 1, laatste lid, van de wet van 29 juni 1964, en hij is door de wetgever niet onverenigbaar geacht met een administratieve geldboete die wordt uitgesproken door een andere overheid dan een strafgerecht (zie artikel 141, § 7, derde lid, dat bij de programmawet van 24 december 2002 is ingevoerd in de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen).


Die vorerwähnte Verfassungsbestimmung geht nicht soweit, dass sie den zuständigen Gesetzgeber dazu verpflichten würde, jeden Aspekt der kommunalen Einrichtungen selbst zu regeln.

De voormelde grondwetsbepaling gaat niet zover dat ze de bevoegde wetgever ertoe zou verplichten elk aspect van de gemeentelijke instellingen zelf te regelen.


Diese Verfassungsbestimmung verbietet es dem zuständigen Gesetzgeber nicht, der Regierung Ermächtigungen zu erteilen, sofern diese sich auf die Annahme von Massnahmen beziehen, deren Gegenstand durch den Gesetzgeber festgelegt wurde (Entscheid Nr. 135/2010 vom 9. Dezember 2010, B.15, und Entscheid Nr. 151/2010 vom 22. Dezember 2010, B.4).

Die grondwetsbepaling verbiedt de bevoegde wetgever niet aan de Regering machtigingen te verlenen, voor zover die machtigingen betrekking hebben op het aannemen van maatregelen waarvan het onderwerp door de bevoegde wetgever is aangegeven (arrest nr. 135/2010 van 9 december 2010, B.15, en arrest nr. 151/2010 van 22 december 2010, B.4).


In seinen Entscheiden Nrn. 107/2009 und 168/2009 hat der Gerichtshof hinsichtlich der Beaufsichtigung und Qualitätsüberwachung des Hausunterrichts in der Französischen Gemeinschaft geurteilt, dass die Unterrichtsfreiheit im Sinne von Artikel 24 § 1 der Verfassung zwar das Recht umfasst, ohne Bezugnahme auf eine bestimmte religiöse oder nichtkonfessionelle Weltanschauung Unterricht zu organisieren oder anzubieten, dessen spezifische Beschaffenheit in besonderen pädagogischen oder erzieherischen Auffassungen liegt, sie den zuständigen Gesetzgeber jedoch nicht dar ...[+++]

Bij zijn arresten nrs. 107/2009 en 168/2009 heeft het Hof over het toezicht op en de kwaliteitsbewaking van het huisonderwijs in de Franse Gemeenschap, geoordeeld dat, hoewel de vrijheid van onderwijs, bedoeld in artikel 24, § 1, van de Grondwet, het recht inhoudt om, zonder verwijzing naar een bepaalde confessionele of niet-confessionele levensopvatting, onderwijs in te richten of aan te bieden waarvan het specifieke karakter is gesitueerd in de bijzondere pedagogische of opvoedkundige opvattingen, zij evenwel niet belet dat de bevoe ...[+++]


Auch wenn die Unterrichtsfreiheit im Sinne von Artikel 24 § 1 der Verfassung das Recht umfasst, ohne Bezugnahme auf eine bestimmte religiöse oder nichtkonfessionelle Weltanschauung Unterricht zu organisieren oder anzubieten, dessen spezifische Beschaffenheit in besonderen pädagogischen oder erzieherischen Auffassungen liegt, hindert sie jedoch den zuständigen Gesetzgeber nicht daran, im Hinblick auf die Gewährleistung der Qualität und der Gleichwertigkeit des Pflichtunterrichts Massnahmen zu ergreifen, die allgemein anwendbar sind, un ...[+++]

Hoewel de vrijheid van onderwijs, bedoeld in artikel 24, § 1, van de Grondwet, het recht inhoudt om, zonder verwijzing naar een bepaalde confessionele of niet-confessionele levensopvatting, onderwijs in te richten of aan te bieden waarvan het specifieke karakter is gesitueerd in de bijzondere pedagogische of opvoedkundige opvattingen, belet zij evenwel niet dat de bevoegde wetgever, teneinde de kwaliteit en de gelijkwaardigheid van het verplichte onderwijs te verzekeren, maatregelen neemt die op algemene wijze van toepassing zijn, los ...[+++]


Wenngleich der erste Satz von Artikel 149 der Verfassung eine allgemeine Regel enthält, die für alle Rechtsprechungsorgane gilt, ist der zweite Satz nur auf die erkennenden Gerichte anwendbar, die der rechtsprechenden Gewalt angehören, was es jedoch dem zuständigen Gesetzgeber nicht verbietet, die darin enthaltene Regel ausdrücklich auf andere Rechtsprechungsorgane zur Anwendung zu bringen.

Ook al drukt de eerste zin van artikel 149 van de Grondwet een algemene regel uit die geldt voor elk rechtscollege, is de tweede zin alleen van toepassing op de vonnisgerechten die tot de rechterlijke macht behoren, hetgeen evenwel de bevoegde wetgever niet verbiedt de erin vervatte regel uitdrukkelijk op andere rechtscolleges van toepassing te maken.


Während der erste Satz von Artikel 149 der Verfassung eine allgemeine Regel enthält, die für alle Rechtsprechungsorgane gilt, ist der zweite Satz nur auf die erkennenden Gerichte anwendbar, die der rechtsprechenden Gewalt angehören, was es jedoch dem zuständigen Gesetzgeber nicht verbietet, die darin enthaltene Regel ausdrücklich auf andere Rechtsprechungsorgane zur Anwendung zu bringen.

Ook al drukt de eerste zin van artikel 149 van de Grondwet een algemene regel uit die geldt voor elk rechtscollege, is de tweede zin alleen van toepassing op de vonnisgerechten die tot de rechterlijke macht behoren, hetgeen evenwel de bevoegde wetgever niet verbiedt de erin vervatte regel uitdrukkelijk op andere rechtscolleges van toepassing te maken.


w