Der wallonische Gesetzgeber beschloss folglich, die Großwildjagd in umzäunten Gebieten zu verbieten [4] (siehe Artikel 2ter, Absatz 1 des Gesetzes über die Jagd), um so den Abbau der Zäune in den Jagdrevieren zu fördern, wobei er das umzäunte Gebiet wie folgt definierte: " jedes Gebiet oder jeder Teil eines Gebiets, das/der durch ein oder mehrere, die Bewegungsfreiheit jeglicher Großwildart unterbindendes/-den Hindernis(se) ständig oder zeitweilig abgegrenzt ist" (siehe Artikel 1, § 1, 10° des Gesetzes über die Jagd).
Om aan te sporen tot de ontmanteling van de afsluitingen in de jachtgebieden, heeft de Waalse wetgever dus besloten de jacht op grof wild te verbieden in de afgesloten gebieden [4] (cfr artikel 2ter van de jachtwet, eerste lid) en het afgesloten gebied te definiëren als volgt : « ieder jachtgebied of deel van jachtgebied dat voortdurend of tijdelijk afgesloten is door één of meer hindernissen die de vrije verplaatsing van ieder soort grof wild hindert » (cf. artikel 1, § 1, 10°, van de jachtwet).