Obwohl die Kommission annahm, daß die Henss/Isoplus-Unternehmen eine unternehmerische Einheit bildeten, richtete sie die Mitteilung der Beschwerdepunkte an die Henss- und Isoplus-Unternehmen, da eine Konzernholding nicht zu erkennen war. Im Verfahren wurden Henss und Isoplus getrennt vertreten.
De mededeling van punten van bezwaar werd aan de ondernemingen Isoplus en Henss gericht, ofschoon de Commissie had aangevoerd dat bij ontstentenis van een geïdentificeerde concernhoudstermaatschappij de Henss/Isoplus-ondernemingen één enkele onderneming vormden, en in de procedure hadden Henss en Isoplus elk een afzonderlijke vertegenwoordiging.