Vertaling van "investitionsrücklage einen " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

spezifische Investitionsrücklage
bijzondere investeringsreserve

Investitionsrücklage
beleggingsreserve | investeringsreserve

Investitionsrücklage
investeringsreserve

Sichtvermerk für einen längerfristigen Aufenthalt
visum voor verblijf van lagere duur

einen Dienstgrad zuweisen
een graad toekennen

Sichtvermerk für einen kurzfristigen Aufenthalt
visa voor kort verblijf

Bewerber um einen Führerschein
kandidaat voor het rijbewijs

Monopräparat | Medikament | das einen Wirkstatt enthält
monocomponent | geneesmiddel zonder nevenbestanddelen

Response | durch einen Reiz ausgelöstes und bestimmtes Verhalten
respons | antwoord

synergistisch | einen Stoff | der durch seine Gegenwart die Wirkasamkeit
synergistisch | samenwerkend

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

« Verstösst Artikel 194quater des EStGB 1992, eingeführt durch Artikel 6 des Gesetzes vom 24. Dezember 2002 zur Abänderung der Gesellschaftsregelung in Bezug auf die Einkommensteuern und zur Einführung eines Systems der Vorausentscheidung in Steuerangelegenheiten, gegen den in den Artikeln 10, 11 und 172 der Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz, indem Gesellschaften, die die Merkmale eines KMB aufweisen aber einen zu versteuernden Gewinn erzielen, der den Höchstbetrag nach Artikel 215 des EStGB 1992 übersteigt, von der Anwendung der Investitionsrücklage ausgeschlossen werden, während Gesellschaften, die ebenfalls die Merkmale eines KMB aufweisen aber einen zu versteuernden Gewinn erzielen, der den Höchstbetrag nach Artikel 215 des EStGB 1992 nicht übersteigt, sehr wohl in den Genuss der steuerfreien Investitionsrücklage nach Artikel 194quater des EStGB 1992 gelangen können?
« Schendt artikel 194quater WIB 1992, zoals ingevoerd door artikel 6 van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen inzake fiscale zaken, het gelijkheidsbeginsel zoals verwoord in de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat vennootschappen die beantwoorden aan de kenmerken van een KMO maar een belastbare winst behalen die meer bedraagt dan het grensbedrag in artikel 215 WIB 1992, worden uitgesloten van de toepassing van de investeringsreserve, terwijl vennootschappen die eveneens beantwoorden aan de kenmerken van een KMO maar waarvan de belastbare winst niet meer bedraagt dan het grensbedrag in artikel 215 WIB 1992, wel kunnen genieten van de vrijgestelde investeringsreserve van artikel 194quater WIB 1992 ?

Die Frage lautet, ob Artikel 194quater § 1 des EStGB 1992 gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung verstosse, indem er Gesellschaften, die die Merkmale eines K.M.B. aufwiesen aber einen zu versteuernden Gewinn erzielten, der den Höchstbetrag nach Artikel 215 Absatz 2 desselben Gesetzbuches übersteige, von der Befreiung für die Bildung einer Investitionsrücklage ausschliesse, während Gesellschaften, die ebenfalls die Merkmale eines K.M.B. aufwiesen aber einen zu versteuernden Gewinn erzielten, der den vorerwähnten Höchstbetrag nicht übersteige, sehr wohl in den Genuss der besagten Befreiung gelangen könnten.
De vraag luidt of artikel 194quater, § 1, van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet schendt doordat het vennootschappen die beantwoorden aan de kenmerken van een K.M.O. maar een belastbare winst behalen die meer bedraagt dan het grensbedrag bepaald in artikel 215, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, uitsluit van de vrijstelling voor het aanleggen van een investeringsreserve, terwijl vennootschappen die eveneens beantwoorden aan de kenmerken van een K.M.O. maar waarvan de belastbare winst niet meer bedraagt dan het voormelde grensbedrag, wel de bedoelde vrijstelling kunnen genieten.

Artikel 194quater des Einkommensteuergesetzbuches 1992, eingefügt durch Artikel 6 des Gesetzes vom 24. Dezember 2002 zur Abänderung der Gesellschaftsregelung in Bezug auf die Einkommensteuern und zur Einführung eines Systems der Vorausentscheidung in Steuerangelegenheiten, verstösst gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, indem er Gesellschaften, die die Merkmale eines K.M.B. aufweisen aber einen zu versteuernden Gewinn erzielen, der den Höchstbetrag nach Artikel 215 Absatz 2 desselben Gesetzbuches übersteigt, von der Befreiung für die Bildung einer Investitionsrücklage ausschliesst.
Artikel 194quater, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals ingevoegd bij artikel 6 van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, schendt de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat het vennootschappen die beantwoorden aan de kenmerken van een K.M.O. maar een belastbare winst behalen die meer bedraagt dan het grensbedrag bepaald in artikel 215, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, uitsluit van de vrijstelling voor het aanleggen van een investeringsreserve.

Um Steuermanipulationen entgegenzuwirken, habe sich der Gesetzgeber nichtsdestoweniger genötigt gesehen, im königlichen Erlass Nr. 149 die ratio legis der Beschränkung der Investitionsrücklage auf einen einzigen Veranlagungszeitraum deutlich zu formulieren.
Om fiscale manoeuvres tegen te gaan zag de wetgever zich niettemin verplicht de ratio legis die de investeringsreserve beperkt tot één belastbaar tijdperk in het koninklijk besluit nr. 149 te expliciteren.

Um steuerlichen Machenschaften vorzubeugen, sei der Gesetzgeber verpflichtet gewesen, die ratio legis, die die Regelung der Investitionsrücklage auf einen Veranlagungszeitraum begrenze, im königlichen Erlass Nr. 149 vom 30. Dezember 1982 zu verdeutlichen; die Gesellschaften, die ab dem 1. Dezember 1981 das normale Abschlussdatum ihres Geschäftsjahres vorverlegt hätten, so dass das spätestens am 30. Dezember 1982 abgeschlossene Geschäftsjahr mit dem - besonderen - Veranlagungsjahr 1982 verknüpft worden sei, hätten für dieses Geschäftsjahr das Recht auf die Befreiung der Investitionsrücklage verloren.
Om fiscale manoeuvres tegen te gaan, was de wetgever verplicht de ratio legis die het stelsel van de investeringsreserve beperkt tot één belastbaar tijdperk, te expliciteren in het koninklijk besluit nr. 149 van 30 december 1982 : vennootschappen die vanaf 1 december 1981 de normale datum van afsluiting van hun boekjaar vervroegden, zodat het uiterlijk op 30 december 1982 afgesloten boekjaar verbonden werd aan het aanslagjaar 1982 - speciaal, verloren met betrekking tot dat boekjaar het recht op de vrijstelling van de investeringsreserve.