(11) Bei Fahrzeugen, die zwischen einem Mitgliedstaat und einem Drittland auf einem Netz verkehren, dessen Spurweite sich von der des Haupteisenbahnnetzes in der Gemeinschaft unterscheidet, und für die eine Ausnahme gemäß Artikel 9 Absatz 5 gewährt werden kann oder die Sonderfälle darstellen, können die in den Artikeln 22 und 24 genannten nationalen Vorschriften internationale Übereinkünfte umfassen, insofern sie mit den Rechtsvorschriften der Gemeinschaft übereinstimmen.
11. In geval van voertuigen die tussen een lidstaat en derde land rijden op een netwerk waar
van de spoorbreedte verschillend is van die van het hoo
fdspoorwegnet in de Gemeenschap en waarvoor overeenkomstig artikel 9, lid 5, een afwijking kan worden toegestaan, of waarop een uitzondering
van toepassing is, kunnen de in de artikelen 22 en 24 bedoelde nationale voorschriften internationale overeenkomsten omvatten, voor zover deze vere
...[+++]nigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.