Vertaling van "inbetriebnahme in ihrem hoheitsgebiet installierten " (Duits → Nederlands) :

2. Die nationalen Sicherheitsbehörden genehmigen die Inbetriebnahme der nicht im ERTMS oder in ihrem Hoheitsgebiet installierten oder betriebenen Teilsysteme „Energie“ und „Infrastruktur“ sowie die Inbetriebnahme der Teilsysteme „streckenseitige Zugsteuerung/Zugsicherung und Signalgebung “.
2. Elke nationale veiligheidsinstantie verleent een vergunning voor de indienststelling van de subsystemen energie en infrastructuur, alsook voor de indienststelling van de baansubsystemen voor besturing en seingeving die geen ERTMS zijn, die op het grondgebied van zijn lidstaat worden geëxploiteerd of aanwezig zijn.

Die nationalen Sicherheitsbehörden genehmigen die Inbetriebnahme der nicht im ERTMS oder in ihrem Hoheitsgebiet installierten oder betriebenen Teilsysteme „Energie“ und „Infrastruktur“ sowie die Inbetriebnahme der Teilsysteme „streckenseitige Zugsteuerung/Zugsicherung und Signalgebung“.
Elke nationale veiligheidsinstantie verleent een vergunning voor de indienststelling van de subsystemen energie en infrastructuur, alsook voor de indienststelling van de baansubsystemen voor besturing en seingeving die geen ERTMS zijn, die op het grondgebied van zijn lidstaat worden geëxploiteerd of aanwezig zijn.

2. Die nationalen Sicherheitsbehörden genehmigen die Inbetriebnahme der in ihrem Hoheitsgebiet installierten oder betriebenen Teilsysteme „Energie“ und „Infrastruktur“.
2. Elke nationale veiligheidsinstantie verleent een vergunning voor de indienststelling van de subsystemen energie en infrastructuur die op het grondgebied van zijn lidstaat worden geëxploiteerd of aanwezig zijn.

Die nationalen Sicherheitsbehörden genehmigen die Inbetriebnahme der in ihrem Hoheitsgebiet installierten oder betriebenen Teilsysteme „Energie“ und „Infrastruktur“.
Elke nationale veiligheidsinstantie verleent een vergunning voor de indienststelling van de subsystemen energie en infrastructuur die op het grondgebied van zijn lidstaat worden geëxploiteerd of aanwezig zijn.

(1) Im Falle von Fahrzeugen, deren Inbetriebnahme in einem Mitgliedstaat gemäß Artikel 21 Absatz 12 oder Artikel 24 genehmigt wurde, können andere Mitgliedstaaten in Einklang mit diesem Artikel entscheiden, dass zusätzliche Genehmigungen für die Inbetriebnahme in ihrem Hoheitsgebiet erforderlich sind.
1. Voor voertuigen waarvoor in een lidstaat een vergunning tot indienststelling is afgegeven overeenkomstig artikel 21, lid 12, of artikel 24, kunnen andere lidstaten overeenkomstig dit artikel besluiten of aanvullende vergunningen voor indienststelling op hun grondgebied zijn vereist.

1. Im Falle eines Fahrzeugs, dessen Inbetriebnahme in einem Mitgliedstaat genehmigt wurde, können andere Mitgliedstaaten entscheiden, dass in Sonderfällen, bei offenen Punkten und/oder bei Fahrzeugen, die unter Umständen auf nicht TSI-konformen Netzen fahren, zusätzliche Genehmigungen für die Inbetriebnahme in ihrem Hoheitsgebiet erforderlich sind
1. Indien voor een voertuig een vergunning tot indienststelling in een lidstaat is verleend, kunnen andere lidstaten besluiten dat voor specifieke gevallen, openstaande punten en/of voertuigen die mogen rijden op netwerken die niet in overeenstemming zijn met TSI's, aanvullende vergunningen tot indienststelling op hun grondgebied noodzakelijk zijn.

(2) Die Mitgliedstaaten dürfen das Inverkehrbringen und/oder die Inbetriebnahme eines energiebetriebenen Produkts in ihrem Hoheitsgebiet, das mit der in Artikel 5 genannten CE-Kennzeichnung versehen ist und für das die jeweils geltende Durchführungsmaßnahme vorsieht, dass keine Ökodesign-Anforderung erforderlich ist, nicht unter Berufung auf Ökodesign-Anforderungen im Rahmen der in Anhang I Teil 1 genannten Ökodesign-Parameter untersagen, beschränken oder behindern.
2. De lidstaten mogen het in de handel brengen en/of in gebruik nemen op hun grondgebied van een evp dat overeenkomstig artikel 5 voorzien is van de CE-markering, niet verbieden, beperken of belemmeren op grond van voorschriften inzake ecologisch ontwerp die verband houden met de in bijlage I, deel 1, bedoelde paramaters inzake ecologisch ontwerp ten aanzien waarvan de toepasselijke uitvoeringsmaatregel bepaalt dat geen voorschrift inzake ecologisch ontwerp vereist is

die Länge der Übergangsfrist, während deren die Mitgliedstaaten das Inverkehrbringen und/oder die Inbetriebnahme energiebetriebener Produkte zulassen müssen, die zum Zeitpunkt der Verabschiedung der Durchführungsmaßnahme den in ihrem Hoheitsgebiet geltenden Vorschriften entsprechen.
de duur van de overgangsperiode gedurende welke de lidstaten moeten toestaan dat evp's in de handel worden gebracht en/of in gebruik worden genomen die voldoen aan de voorschriften die op de datum van goedkeuring van de uitvoeringsmaatregel op hun grondgebied van kracht zijn.

(1) Die Mitgliedstaaten dürfen das Inverkehrbringen und/oder die Inbetriebnahme eines energiebetriebenen Produkts in ihrem Hoheitsgebiet nicht unter Berufung auf die Ökodesign-Anforderungen betreffend die in Anhang I Teil 1 genannten Ökodesign-Parameter, die von der jeweils geltenden Durchführungsmaßnahme erfasst werden, untersagen, beschränken oder behindern, wenn das Produkt allen einschlägigen Bestimmungen der jeweils geltenden Durchführungsmaßnahme entspricht und mit der in Artikel 5 genannten CE-Kennzeichnung versehen ist.
1. De lidstaten mogen het in de handel brengen en/of in gebruik nemen op hun grondgebied van een evp dat aan alle relevante bepalingen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel voldoet en overeenkomstig artikel 5 voorzien is van de CE-markering, niet verbieden, beperken of belemmeren op grond van voorschriften inzake ecologisch ontwerp die verband houden met de in bijlage I, deel 1, bedoelde paramaters inzake ecologisch ontwerp die door de toepasselijke uitvoeringsmaatregelen worden bestreken.

Unbeschadet des Artikels 19 dürfen die Mitgliedstaaten in ihrem Hoheitsgebiet den Bau, die Inbetriebnahme oder den Betrieb von strukturellen Teilsystemen, die Bestandteil des konventionellen transeuropäischen Eisenbahnsystems sind, nicht unter Berufung auf diese Richtlinie verbieten, beschränken oder behindern, wenn diese den grundlegenden Anforderungen entsprechen.
Onverminderd artikel 19 kunnen de lidstaten niet uit hoofde van deze richtlijn de constructie, de ingebruikneming en de exploitatie op hun grondgebied van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem en die aan de essentiële eisen voldoen, verbieden, beperken of belemmeren.