Der Hof wird gefragt, ob die Gleichbehandlung, die durch Artikel 2276ter § 2 eingeführt werde zwischen den Sachverständigen, denen ein Auftrag kraft des Gesetzes erteilt worden sei, und den anderen Sachverständigen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern die Verjährungsfrist für die Klage auf Zah
lung der Kosten und Honorare für beide auf fünf Jahre festgelegt werde, während diejenige, in der ihre berufliche Haftpflicht geltend gemacht werden könne und ihnen die Verpflichtung zur Aufbewahrung der Unterlagen auferlegt werde, für die Ersteren auf fünf Jahre und für die Letz
...[+++]teren auf zehn Jahre ab der Hinterlegung ihres Gutachtens beziehungsweise der Erledigung ihres Auftrags festgesetzt werde (Artikel 2276ter § 1).Aan het Hof wordt gevraagd of de gelijkheid van behandeling die artikel 2276ter, § 2, invoert tussen de deskundigen aan wie krachtens de wet een taak is opgedragen en de andere deskundigen, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11
van de Grondwet, in zoverre de verjaringstermijn van de vordering tot betaling van de kost
en en erelonen voor beiden is vastgesteld op vijf jaar, terwijl de termijn waarbinnen hun beroepsaansprakelijkheid in het geding kan worden gebracht en zij ertoe verplicht zijn de stukken te bewaren, is vastgesteld op v
...[+++]ijf jaar voor de eerstgenoemden en op tien jaar voor de laatstgenoemden, te rekenen vanaf, naar gelang van het geval, de indiening van hun verslag of de beëindiging van hun taak (artikel 2276ter, § 1).
