Die begrenzte Prüfung der Zulässigkeit der Nichtigkeitsklage, die der Hof im Rahmen der Klage auf einstweilige Aufhebung vornehmen konnte, lässt bei dem derzeitigen Stand des Verfahrens erkennen, dass die klagende Partei das erforderliche Interesse an der Beantragung der Nichtigerklärung der Artikel 2, 3, 4 und 7 der Ordonnanz vom 6. März 2008 aufweist.
Uit het beperkte onderzoek van de ontvankelijkheid van het beroep tot vernietiging waartoe het Hof in het kader van de vordering tot schorsing is kunnen overgaan, blijkt dan ook, in het huidige stadium van de rechtspleging, dat de verzoekende partij doet blijken van het vereiste belang om de vernietiging te vorderen van de artikelen 2, 3, 4 en 7 van de ordonnantie van 6 maart 2008.