Der Ministerrat ist der Ansicht, dass die vom Kläger angeführte Eigenschaft als Vizepräsident einer politischen Partei, soweit diese erwiesen sei, quod non, ihm nicht die erforderliche Eigenschaft verleihe, vor dem Hof Klage gegen die angefochtenen Bestimmungen zu erheben.
De Ministerraad is van oordeel dat de door de verzoeker aangevoerde hoedanigheid van ondervoorzitter van een politieke partij, voor zover dat zelfs zou zijn aangetoond, quod non, hem niet de hoedanigheid verleent om voor het Hof in rechte te treden tegen de aangevochten bepalingen.