Gemäss Artikel 263 des AZAG kann die Verwaltung insbesondere hinsichtlich der Geldbusse Vergleiche schliessen, « wenn die Rechtssache von mildernden Umständen begleitet wird oder wenn vernünftigerweise davon ausgegangen werden kann, dass das Vergehen eher aufgrund eines Versäumnisses oder eines Irrtums entstanden ist als in betrügerischer Absicht » (Artikel 263 des AZAG).
Luidens artikel 263 van de A.W.D.A. zou door de administratie, met name wat de geldboete betreft, kunnen worden getransigeerd « zo dikwijls verzachtende omstandigheden de zaak vergezellen, of als aannemelijk kan worden gehouden dat het misdrijf eerder aan verzuim of abuis, dan aan een oogmerk van opzettelijke fraude moet worden toegeschreven » (artikel 263 van de A.W.D.A.).