Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "hat gerichtshof zwar noch " (Duits → Nederlands) :

60. Wie die Generalanwältin in den Nrn. 54 und 55 ihrer Schlussanträge ausgeführt hat, hat der Gerichtshof zwar noch nicht über die Anwendung der in Art. 132 Abs. 1 Buchst. g der Richtlinie 2006/112 vorgesehenen Befreiung auf Dienstleistungen entschieden, die Rechtsanwälte im Rahmen eines nationalen Systems der Gerichtskostenhilfe erbringen, doch hat er befunden, dass diese Dienstleistungen nicht gemäß Art. 98 Abs. 2 der Richtlinie in Verbindung mit Nr. 15 ihres Anhangs III einem ermäßigten Mehrwertsteuersatz unterworfen werden können (vgl. in diesem Sinne Urteil vom 17. Juni 2010, Kommission/Fra ...[+++]

60. Zoals de advocaat-generaal in de punten 54 en 55 van haar conclusie heeft opgemerkt, heeft het Hof weliswaar nog geen uitspraak gedaan over de toepassing van de in artikel 132, lid 1, onder g), van richtlijn 2006/112 bedoelde vrijstelling op diensten die advocaten verrichten in het kader van een nationaal stelsel van rechtsbijstand, maar niettemin reeds geoordeeld dat deze diensten niet kunnen zijn onderworpen aan een verlaagd btw-tarief op grond van artikel 98, lid 2, van deze richtlijn, gelezen in samenhang met punt 15 van bijlage III bij die richtlijn (zie in die zin arrest van 17 juni 2010, Commissie/Frankrij ...[+++]


« Verstößt Artikel 9 Absatz 2 des Gesetzes vom 4. November 1969, das Titel 3 [zu lesen ist: Abschnitt 3] von Buch III Titel VIII Kapitel II des Zivilgesetzbuches bildet, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen Behandlungsunterschied herbeiführt zwischen dem Verpächter, der seine Ländereien verpachtet hat, und dem Verpächter, der nach Einstellung seines Landwirtschaftsbetriebs den Betrieb verpachtet hat, und zwar aufgrund von Kriterien, die weder relevant noch in Übereinstimmung mit dem Absicht des Gesetzgebers in B ...[+++]

« Schendt artikel 9, tweede lid, van de wet van 4 november 1969, die titel 3 [lees : afdeling 3] van hoofdstuk II van titel VIII van boek III van het Burgerlijk Wetboek vormt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen de verpachter die zijn gronden heeft verpacht en de verpachter die zijn exploitatie heeft verpacht na de stopzetting van zijn bedrijf, op basis van criteria die niet relevant zijn en die niet overeenstemmen met het voornemen van de wetgever in verband met de antecedenten van de verpachter ?


In den Beziehungen zwischen dem Angeklagten und der Staatsanwaltschaft bestätigte der Gerichtshof jedoch erneut seinen Entscheid Nr. 182/2008 vom 18. Dezember 2008, in dem er Nichtigkeitsklagen gegen Artikel 162bis des Strafprozessgesetzbuches, eingefügt durch das Gesetz vom 21. April 2007, zurückgewiesen hat, und zwar aus den in B.3.4 erwähnten Gründen.

Voor de betrekkingen tussen de beklaagde en het openbaar ministerie herbevestigde het Hof evenwel zijn arrest nr. 182/2008 van 18 december 2008, waarin het beroepen tot vernietiging tegen artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij de wet van 21 april 2007, verwierp, om de redenen die in B.3.4 zijn vermeld.


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 29. Juni 2016 in Sachen des Landesamtes für soziale Sicherheit gegen J.M. und andere, dessen Ausfertigung am 5. Juli 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Gent folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: « I. Verstoßen die Artikel 246 § 2 und 504bis § 2 des Strafgesetzbuches, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 3 und 4 des Auslegungsgesetzes vom 11. Mai 2007, gegen das Legalitätsprinzip sowie gegen den Grundsatz der Nichtrückwirkung in Strafsachen, unter anderem verankert in de ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 29 juni 2016 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen J.M. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juli 2016, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : « I. Schenden de artikelen 246, § 2 en 504bis, § 2 van het strafwetboek, al dan niet te samen met de artikelen 3 en 4 van de interpretatieve wet van 11 mei 2007, het legaliteitsbeginsel, en ook evenzeer het niet-retroactiviteitsbeginsel in strafzaken, zoals onder meer weergegeven in de artikelen 12, tweede lid en 14 van de Grondwet, in samenhang met het artik ...[+++]


Die Datenerhebung zu verschiedenen Aspekten dieser Richtlinie ist zwar noch verbesserungswürdig, jedoch geht aus zwei Berichten der Kommission über die Anwendung der Richtlinie von und von hervor, dass die EU-Länder das Potenzial, Aufenthaltstitel als Gegenleistung für die Zusammenarbeit mit den Behörden auszustellen, möglicherweise noch nicht ausreichend ausschöpfen.

Terwijl de verzameling van gegevens op verscheidene aspecten van deze richtlijn nog moet worden verbeterd, werd in twee rapporten van de Commissie over de toepassing van de richtlijn in en in vastgesteld dat EU-landen te weinig gebruikmaken van de mogelijkheid om een verblijfstitel af te geven in ruil voor samenwerking met de autoriteiten.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 26. Februar 2015 in Sachen R.S. und M.S., dessen Ausfertigung am 5. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Gent, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 347-1 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er zur Folge hat, dass ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 26 februari 2015 in zake R.S. en M.S., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het tot gevolg heeft dat : - een nieuwe gewone adoptie absoluut onmogelijk is van een meerderjarige persoon met een volle adoptieve afstammingsband, ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 12. Mai 2015 in Sachen S. V. D. und E.P. gegen A. L., G.G. und D.V., dessen Ausfertigung am 5. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Kassationshof folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 235bis § 6 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit de ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 mei 2015 in zake S. V. D. en E.P. tegen A.L., G.G. en D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 235bis, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces uit artikel 6 EVRM en met het algemeen rechtsbeginsel van het recht van verdediging, in zoverre dit artike ...[+++]


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 30. April 2015 in Sachen S.B. gegen C.R. und R.B sowie in Sachen S.B, H.D. und R.B. - freiwillig intervenierende Partei: C.R. -, dessen Ausfertigung am 26. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Dendermonde, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 330 § 1 Absatz 4 des ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 30 april 2015 in zake S.B. tegen C.R. en R.B en in zake S.B, H.D. en R.B. met C.R. als vrijwillig tussenkomende partij, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330 § 1 lid 4 B.W. de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 30. Mai 2016 in Sachen der Architektenkammer gegen die « DBFM Scholen van Morgen » AG, dessen Ausfertigung am 8. Juni 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 2 des Gesetzes vom 26. Juni 1963 zur Einsetzung einer Architektenkammer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass diese Bestimmung der Architektenkammer nicht die Zuständigkeit erteilt, gegen jeden Verstoß gegen die Gesetze und Verordnungen ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 30 mei 2016 in zake de Orde van architecten tegen de nv « DBFM Scholen van Morgen », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 juni 2016, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 van de wet van 26 juni 1963 tot instelling van de Orde van architecten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat deze bepaling niet aan de Orde van architecten de bevoegdheid geeft in rechte op te treden tegen elke inbreuk op de wetten en reglementen tot bescherming van de titel en van het beroep van a ...[+++]


Die Datenerhebung zu verschiedenen Aspekten dieser Richtlinie ist zwar noch verbesserungswürdig, jedoch geht aus zwei Berichten der Kommission über die Anwendung der Richtlinie von und von hervor, dass die EU-Länder das Potenzial, Aufenthaltstitel als Gegenleistung für die Zusammenarbeit mit den Behörden auszustellen, möglicherweise noch nicht ausreichend ausschöpfen.

Terwijl de verzameling van gegevens op verscheidene aspecten van deze richtlijn nog moet worden verbeterd, werd in twee rapporten van de Commissie over de toepassing van de richtlijn in en in vastgesteld dat EU-landen te weinig gebruikmaken van de mogelijkheid om een verblijfstitel af te geven in ruil voor samenwerking met de autoriteiten.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'hat gerichtshof zwar noch' ->

Date index: 2021-04-03
w