Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "habe klagenden parteien zweifellos " (Duits → Nederlands) :

Die klagenden Parteien führen schließlich an, dass die angefochtenen Bestimmungen gegen das Recht auf ein faires Verfahren und den Gleichheitsgrundsatz verstießen, indem nicht festgelegt sei, auf welche Weise um das erste Einverständnis des Adressaten zur Zustellung an der Adresse der elektronischen Wohnsitzwahl gebeten werde in Ermangelung einer elektronischen Adresse und in Ermangelung einer Liste von Adressen der elektronischen Wohnsitzwahl, die nämlich erst erstellt werden könne, sobald der Adressat sein erstes Einverständnis erteilt habe.

De verzoekende partijen voeren ten slotte aan dat de bestreden bepalingen het recht op een eerlijk proces en het gelijkheidsbeginsel schenden doordat niet is bepaald op welke wijze om de eerste toestemming van de geadresseerde tot betekening op het adres van elektronische woonstkeuze wordt verzocht bij gebrek aan een elektronisch adres en bij gebrek aan een lijst van adressen van elektronische woonstkeuze die immers pas kan worden opgemaakt zodra de geadresseerde zijn eerste toestemming heeft gegeven.


Daraus ergebe sich, dass im Falle der auf die Artikel 11 und 12 dieses Gesetzes begrenzten Nichtigerklärung keinerlei Übergangsmaßnahme oder abweichende Maßnahme auf sie Anwendung finden würde, da der - nicht angefochtene - Artikel 6 des Gesetzes vom 10. Juli 2016 zum Zweck habe, das Gesetz vom 4. April 2014 und somit dessen Artikel 49 aufzuheben, der die Übergangsmaßnahme eingeführt habe, deren Anwendung die klagenden Parteien - so der Ministerrat und die intervenierenden Parteien - für sic ...[+++]

Daaruit zou volgen dat in geval van vernietiging van alleen de artikelen 11 en 12 van die wet, geen enkele overgangsmaatregel of afwijkende maatregel op hen van toepassing zou zijn, aangezien het - niet-bestreden - artikel 6 van de wet van 10 juli 2016 tot doel heeft de wet van 4 april 2014 en derhalve artikel 49 van deze laatste wet op te heffen, dat de overgangsregeling instelde die de verzoekende partijen, volgens de Ministerraad en de tussenkomende partijen, op zich zouden willen zien toegepast worden.


Er führt im Wesentlichen an, dass die angefochtene Bestimmung nie habe angewandt werden können, so dass die klagenden Parteien nicht nachteilig von der Bestimmung betroffen gewesen sein könnten, die bis zu ihrer Ersetzung durch Artikel 92 des Programmgesetzes vom 10. August 2015 den Übergang der Interkommunalen, Zusammenarbeitsverbände und Projektvereinigungen im Sinne des angefochtenen Artikels 17 des Programmgesetzes vom 19. Dezember 2014 zur Gesellschaftssteuer geregelt habe.

Hij betoogt in essentie dat aangezien de bestreden bepaling nooit kon worden toegepast, de verzoekende partijen niet ongunstig konden worden geraakt door de bepaling die, tot de vervanging ervan bij artikel 92 van de programmawet van 10 augustus 2015, de overgang naar de vennootschapsbelasting regelde van de in het bestreden artikel 17 van de programmawet van 19 december 2014 beoogde intercommunales, samenwerkingsverbanden en projectverenigingen.


Daraus ergebe sich, dass im Falle der auf die Artikel 11 und 12 dieses Gesetzes begrenzten Nichtigerklärung oder einstweiligen Aufhebung keinerlei Übergangsmaßnahme oder abweichende Maßnahme auf sie Anwendung finden würde, da der - nicht angefochtene - Artikel 6 des Gesetzes vom 10. Juli 2016 zum Zweck habe, das Gesetz vom 4. April 2014 und somit dessen Artikel 49 aufzuheben, der die Übergangsmaßnahme eingeführt habe, deren Anwendung die klagenden Parteien - so der Ministerrat - für sich in Anspruch nähmen.

Daaruit zou volgen dat in geval van vernietiging of schorsing van alleen de artikelen 11 en 12 van die wet, geen enkele overgangsmaatregel of afwijkende maatregel op hen van toepassing zou zijn, aangezien het - niet-bestreden - artikel 6 van de wet van 10 juli 2016 tot doel heeft de wet van 4 april 2014 en derhalve artikel 49 van deze laatste wet op te heffen, dat de overgangsregeling instelde die de verzoekende partijen, volgens de Ministerraad, op zich zouden willen zien toegepast worden.


Die klagenden Parteien bemängeln, dass der Gesetzgeber Maßnahmen für den Sprung und die Blockierung des abgeflachten Gesundheitsindex ergriffen habe, während diese Maßnahmen nicht in den Wahlprogrammen der politischen Parteien, deren Gewählte die Mehrheit der Abgeordnetenkammer stellten, angekündigt worden seien, was ihr Stimmrecht und ihr Recht, ihre Vertreter entsprechend dem Programm der Parteien zu wählen, denen diese Vertreter angehörten, verletze.

De verzoekende partijen verwijten de wetgever de maatregelen van de sprong en de blokkering van de afgevlakte gezondheidsindex te hebben aangenomen terwijl die maatregelen niet waren aangekondigd in de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen waarvan de verkozenen de meerderheid vormen in de Kamer van volksvertegenwoordigers, hetgeen afbreuk zou doen aan hun stemrecht en aan hun recht om hun vertegenwoordigers te verkiezen op grond van het programma van de partijen waarvan die vertegenwoordigers deel uitmaken.


Nach Darlegung der klagenden Parteien müsse das Verbot der Tierhaltung ausschließlich oder hauptsächlich zum Zweck der Fellgewinnung als eine Maßnahme betrachtet werden, die die gleiche Wirkung wie Einfuhr- oder Ausfuhrbeschränkungen habe.

Volgens de verzoekende partijen moet het verbod op het houden van dieren die hoofdzakelijk of uitsluitend bestemd zijn voor pelsproductie worden beschouwd als een maatregel met dezelfde werking als invoer- of uitvoerbeperkingen.


Im zweiten Teil des dritten Klagegrunds führen die klagenden Parteien an, dass die Artikel 44/3 § 2, 44/11/5 § 2, 44/11/9 §§ 1 und 2, 44/11/10, 44/11/11 und 44/11/12 des Gesetzes über das Polizeiamt, eingefügt durch die Artikel 9, 28, 32, 33, 34 und 35 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar seien mit dem Recht auf Achtung des Privatlebens, so wie es durch die in B.7 angeführten Referenznormen gewährleistet werde, indem der Gesetzgeber bezüglich der darin festgelegten Angelegenheiten der ausführenden Gewalt zu weitgehende Befugniss ...[+++]

In het tweede onderdeel van het derde middel voeren de verzoekende partijen aan dat de artikelen 44/3, § 2, 44/11/5, § 2, 44/11/9, §§ 1 en 2, 44/11/10, 44/11/11 en 44/11/12 van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij de artikelen 9, 28, 32, 33, 34 en 35 van de bestreden wet, niet bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd bij de in B.7 vermelde referentienormen, doordat de wetgever met betrekking tot de erin bepaalde aangelegenheden de uitvoerende macht te verregaande bevoegdheden heeft toegewezen.


Im zweiten Klagegrund führen die klagenden Parteien an, dass die angefochtenen Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstießen, gegebenenfalls in Verbindung mit dem Grundsatz der Unabhängigkeit und dem Grundsatz der Unparteilichkeit als allgemeine Grundsätze der guten Verwaltung und mit Artikel 41 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, indem eine öffentliche Einrichtung die Befugnis habe, einen Sektor zu überwachen, in dem sie selbst wirtscha ...[+++]

In het tweede middel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, al dan niet in samenhang gelezen met het onafhankelijkheidsbeginsel en het onpartijdigheidsbeginsel als algemene beginselen van behoorlijk bestuur en met het artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, doordat een overheidsinstelling de bevoegdheid heeft om toezicht te houden op een sector waarbinnen zij zelf economisch actief is.


Die klagenden Parteien bemängeln, dass der Gesetzgeber im angefochtenen Artikel 2 nicht präzisiert habe, was unter den Wörtern « [eine Person] als minderwertig anzusehen » zu verstehen sei.

De verzoekende partijen verwijten de wetgever dat hij in het bestreden artikel 2 niet heeft gepreciseerd wat dient te worden begrepen onder de woorden « [een persoon] als minderwaardig te beschouwen ».


Die in Artikel 2 § 4 des königlichen Erlasses Nr. 149 vorgesehene Massnahme habe die klagenden Parteien zweifellos in ihren angemessenen Erwartungen in die Irre geführt, und zwar um so mehr, als man davon ausgegangen sei, dass die Artikel 23bis und 107bis dauerhafter Art seien.

De maatregel bedoeld in artikel 2, § 4, van het koninklijk besluit nr. 149 heeft de verzoekende partijen onbetwistbaar misleid in hun redelijke verwachtingen, temeer daar ervan uitgegaan werd dat de artikelen 23bis en 107bis een permanent karakter hadden.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'habe klagenden parteien zweifellos' ->

Date index: 2021-09-02
w