Die Vorabentscheidungsfrage bezweckt also ebenfalls, die Grenzen der Steuerbefugnis des föderalen Gesetzgebers gegenüber der Steuerautonomie der Gemeinden, die in Artikel 170 § 4 Absatz 1 der Verfassung festgelegt ist, zu bestimmen.
De prejudiciële vraag strekt dus ook ertoe de grenzen te bepalen van de fiscale bevoegdheid van de federale wetgever ten opzichte van de in artikel 170, § 4, eerste lid, van de Grondwet verankerde fiscale autonomie van de gemeenten.