Traduction de «gesunken erinnert » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

gesunkener Wiederbeschaffungswert
waardevermindering van de reproductiekosten

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

1. betont, dass der Rahmen der Europäischen Union für die wirtschaftspolitische Steuerung als Lenkungsinstrument dienen sollte, um schwerwiegende makroökonomische Ungleichgewichte, darunter auch die Arbeitslosenquoten, zu korrigieren, die zu einem einschneidenden Wachstumsabfall und zunehmenden Ungleichheiten geführt haben und eine Bedrohung für die Volkswirtschaften in Europa darstellen; weist erneut darauf hin, dass die Gesamtverschuldung der EU 28 von 4,5 % des BIP im Jahr 2011 auf eine Prognose von 3 % des BIP im Jahr 2014 gesunken ist; erinnert allerdings daran, dass das wirtschaftliche Gleichgewicht während des gesamten Zyklus auf eine wirksamere Stimulierung des intelligenten, nachhaltigen, integrativen Wachstums abzielen sollte, das in den vergangenen Jahren nach wie vor mäßig war oder stagnierte und laut den Prognosen für das BIP-Wachstum in der EU auch weiterhin unter 1,5 % liegen wird; erinnert daran, dass mit den Maßnahmen für nachhaltiges, integratives Wachstum auch darauf abgezielt werden muss, dass die Ziele der Strategie Europa 2020 in den Bereichen Beschäftigung und Armut effizienter verwirklicht und gefördert werden, da das Wachstum unzureichend ist;
1. onderstreept dat ernaar moet worden gestreefd van het kader voor economische governance van de Europese Unie een sturend instrument te maken om grote economische onevenwichtigheden te corrigeren, met inbegrip van de werkloosheidspercentages, die hebben geleid tot aanzienlijke dalingen van de groei en een toenemende ongelijkheid, en die de Europese economie in gevaar hebben gebracht; herinnert eraan dat de totale schuld van de EU-28 is gedaald van 4,5 % van het bbp in 2011 tot naar verwachting circa 3 % van het bbp in 2014; herinnert er echter aan dat het economische evenwicht in de gehele cyclus zou moeten leiden tot een doeltreffendere verhoging van de intelligente, duurzame en inclusieve groei, die in de afgelopen jaren bescheiden is gebleven en is gestagneerd, en die naar verwachting onder de 1,5% zal blijven volgens de groeiprognoses van het bbp van de EU; wijst erop dat maatregelen ter waarborging van een duurzame en inclusieve groei tevens gericht moeten zijn op een doeltreffendere verwezenlijking en bevordering van de doelstellingen van de EU 2020-strategie inzake werkgelegenheid en armoede, omdat de vooruitgang ontoereikend is geweest;

265. ist zufrieden mit der Gesamtausführung der Haushaltslinien für Umwelt, Klimapolitik, öffentliche Gesundheit und Lebensmittelsicherheit im Jahr 2013; erinnert erneut daran, dass nicht einmal 0,5 % der Haushaltsmittel der Union für diese politischen Instrumente bestimmt sind, wobei der eindeutige europäische Mehrwert in diesen Bereichen und die Unterstützung der Unionsbürger für die Umwelt- und Klimaschutzpolitik der Union sowie für öffentliche Gesundheit und Lebensmittelsicherheit zu beachten sind; bedauert, dass dieser Anteil von 0,8 % im Jahr 2012 auf 0,5 % gesunken ist;
265. is tevreden over de algemene uitvoering van de begrotingsrubrieken milieu, klimaatbeleid, volksgezondheid en voedselveiligheid in het jaar 2013; herinnert er nogmaals aan dat slechts 0,5% van de begroting van de Unie besteed wordt aan deze beleidsinstrumenten, terwijl de Unie duidelijk meerwaarde biedt op deze gebieden en de burgers van de Unie het milieu- en klimaatbeleid van de Unie en het beleid op het gebied van volksgezondheid en voedselveiligheid steunen; betreurt dat dit percentage in 2012 is gedaald van 0,5% tot 0,8%;

25. erinnert daran, dass die nächste Kommission, die nach der Europawahl 2014 ihr Amt antreten wird, bis Ende 2016 eine obligatorische Überprüfung und Änderung des MFR 2014–2020 einleiten muss; unterstreicht, dass diese Klausel zur Überprüfung bzw. Änderung des MFR nach der Wahl eine der wesentlichen Forderungen des Parlaments während der MFR-Verhandlungen war, die darauf beruhte, dass die nächste Kommission und das nächste Parlament in der Lage sein müssen, die politischen Prioritäten der EU neu zu bewerten und so dem MFR eine erneute demokratische Legitimität zu verleihen; betont, dass das Investitionsniveau in Europa infolge der Wirtschaftskrise zwischen 2008 und 2012 erheblich gesunken ist, und erinnert daran, dass Europa dadurch Schätzungen zufolge bis 2020 Einnahmenverluste in Höhe von 540 Mrd. EUR entstehen werden;
25. herinnert eraan dat de volgende Commissie, die na de Europese verkiezingen van 2014 zal aantreden, uiterlijk eind 2016 met een verplichte beoordeling en herziening van het MFK 2014-2020 moet beginnen; benadrukt dat de bepaling betreffende deze postelectorale beoordeling/herziening van het MFK een van de centrale eisen van het Parlement in de MFK-onderhandelingen was, en gebaseerd is op het feit dat de volgende Commissie en het volgende Parlement de beleidsprioriteiten van de EU opnieuw moeten beoordelen en het MFK zo nieuwe democratische legitimiteit moeten geven; benadrukt dat, na de uitbraak van de economische crisis, de investeringen in Europa tussen 2008 en 2012 aanzienlijk zijn gedaald, en herinnert eraan dat dit het continent volgens sommige ramingen tegen 2020 540 miljard EUR aan gederfde inkomsten zal kosten;

24. erinnert daran, dass die Staatsverschuldung im Verhältnis zum BIP im Euro-Währungsgebiet vor dem Beginn der Finanzkrise zwischen 1999 und 2007 von 72 % auf 67 % gesunken war und die Verschuldung von Haushalten und Firmen sowie des Finanzsektors im selben Zeitraum erheblich zugenommen hatte; weist insbesondere darauf hin, dass die Verschuldung der Haushalte im Euro-Währungsgebiet im selben Zeitraum von 52 % auf 70 % des BIP und die Verschuldung der Finanzinstitute von unter 200 % des BIP auf über 250 % angestiegen war; räumt ein, dass einige Mitgliedstaaten wie Griechenland und Italien eine bedeutende Ausnahme von diesem allgemeinen Trend bildeten;
24. herinnert eraan dat de overheidsschuldratio in de eurozone vóór het uitbreken van de financiële crisis in de periode van 1999 tot 2007 was teruggelopen van 72% tot 67% van het bbp, en dat de schuldenlast van huishoudens en bedrijven en de hefboomfinancieringen in de financiële sector over diezelfde periode juist een forse stijging te zien gaven; wijst er met nadruk op dat de schuldenlast per huishouden in de eurozone over die periode van 52% tot 70% van het bbp opliep en dat de schuldpositie van de financiële instellingen tijdens dezelfde periode steeg van minder dan 200% van het bbp tot ruim 250%; erkent dat sommige lidstaten zoals Griekenland en Italië belangrijke uitzonderingen waren op deze algemene trends;