(7) Die Mitgliedstaaten können die Fristen nach Absatz 6 um fünf Jahre verlängern, sofern das Verhältnis der Gesamtröhrenlänge der bestehenden Tunnel zur Gesamtlänge des in ihrem Hoheitsgebiet liegenden Teils des transeuropäischen Straßennetzes den europäischen Durchschnitt übersteigt.
7. Indien de totale buislengte van bestaande tunnels gedeeld door de totale lengte van het op hun grondgebied gelegen deel van het trans-Europese wegennetwerk het Europese gemiddelde overschrijdt, kunnen de lidstaten de in lid 6 gestelde termijn met vijf jaar verlengen.