Traduction de «gerichtsgesetzbuches kammern » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Abstimmung in getrennten Kammern | nach Kammern getrennte Abstimmung
gescheiden stemming

Besetzung der Kammern | Zusammensetzung der Kammern
samenstelling van de Kamers

Außerordentliche Kammern | Außerordentliche Kammern in den Gerichten Kambodschas zur Verfolgung der in der Zeit des Demokratischen Kampuchea begangenen Verbrechen | Khmer-Rouge-Tribunal | ECCC [Abbr.]
Rode Khmer-tribunaal

Gerichtsgesetzbuch
Gerechtelijk Wetboek

Geschäftsordnung der Kammern
reglementen der Kamers

verfassunggebende Kammern
grondwetgevende Kamers

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Sie umfassen eine oder mehrere Strafvollstreckungskammern und Kammern zum Schutz der Gesellschaft (Artikel 76 § 1 des Gerichtsgesetzbuches in der durch Artikel 21 Nr. 1 des Gesetzes vom 4. Mai 2016 abgeänderten Fassung).
Zij bestaan uit één of meer strafuitvoeringskamers en kamers voor de bescherming van de maatschappij (artikel 76, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21, 1°, van de wet van 4 mei 2016).

Die Kammern zum Schutz der Gesellschaft setzen sich aufgrund von Artikel 78 Absatz 3 des Gerichtsgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 23 Nr. 2 des Gesetzes vom 4. Mai 2016, aus einem Richter, der den Vorsitz führt, einem in gesellschaftlicher Wiedereingliederung spezialisierten Beisitzer in Strafvollstreckungs- und Internierungssachen und einem in klinischer Psychologie spezialisierten Beisitzer in Internierungssachen zusammen.
De kamers voor de bescherming van de maatschappij bestaan krachtens artikel 78, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals ingevoegd bij artikel 23, 2°, van de wet van 4 mei 2016, uit een rechter, die het voorzitterschap ervan bekleedt, een assessor in strafuitvoeringszaken en interneringszaken gespecialiseerd in sociale re-integratie en een assessor in interneringszaken gespecialiseerd in klinische psychologie.

Über Sachen mit Bezug auf Verurteilungen zu einer Freiheitsstrafe von dreißig Jahren oder zu einer lebenslänglichen Freiheitsstrafe mit Überantwortung an das Strafvollstreckungsgericht urteilen aufgrund von Artikel 92bis des Gerichtsgesetzbuches die Kammern des Strafvollstreckungsgerichts, die sich aus einem Richter am Strafvollstreckungsgericht, der den Vorsitz führt, zwei Richtern am Korrektionalgericht und zwei Beisitzern in Strafvollstreckungssachen, der eine im Gefängniswesen spezialisiert und der andere in klinischer Psychologie spezialisiert, zusammensetzen.
De zaken betreffende een veroordeling tot een vrijheidsstraf van dertig jaar of tot een levenslange vrijheidsstraf, met een terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank, worden krachtens artikel 92bis van het Gerechtelijk Wetboek beoordeeld door kamers van de strafuitvoeringsrechtbank bestaande uit een rechter in de strafuitvoeringsrechtbank, die het voorzitterschap ervan bekleedt, twee rechters in de correctionele rechtbank en twee assessoren in strafuitvoeringszaken, de ene gespecialiseerd in penitentiaire zaken en de andere in de sociale re-integratie.

Der Vorsitz der Kammern wird immer durch den Richter am Strafvollstreckungsgericht ausgeübt (Artikel 78 Absätze 2 und 3 des Gerichtsgesetzbuches).
Het voorzitterschap van de kamers wordt steeds waargenomen door de rechter in de strafuitvoeringsrechtbank (artikel 78, tweede en derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek).

Gemäß dem in B.3.1 angeführten Artikel 78 Absätze 2 und 3 des Gerichtsgesetzbuches beraten die Strafvollstreckungskammern und die Kammern zum Schutz der Gesellschaft jedes Mal kollegial, wenn Beisitzer an der Beratung teilnehmen.
Gelet op het in B.3.1 vermelde artikel 78, tweede en derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek beraadslagen de strafuitvoeringskamers en de kamers voor de bescherming van de maatschappij collegiaal telkens wanneer assessoren deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 495 des Gerichtsgesetzbuches ermächtigt diese Kammern, eine Nichtigkeitsklage gegen Bestimmungen, die die Interessen der Rechtsanwälte oder der Rechtsuchenden beeinträchtigen können, einzureichen oder zu unterstützen.
Artikel 495 van het Gerechtelijk Wetboek machtigt die Ordes ertoe een beroep tot vernietiging in te stellen of te ondersteunen van bepalingen die de belangen van de advocaat en van de rechtzoekende op een nadelige wijze kunnen raken.

Befragt wird der Gerichtshof zu den Artikeln 2, 3 und 16 des Gesetzes vom 17. März 2013 « zur Abänderung des Gerichtsgesetzbuches und des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte », die bestimmen: « Art. 2. Artikel 78 des Gerichtsgesetzbuches, zuletzt abgeändert durch das Gesetz vom 3. Dezember 2006, wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: ' Die in Artikel 92bis erwähnten Kammern des Strafvollstreckungsgerichts setzen sich zusammen aus einem Richter am Strafvollstreckungsgericht, der den Vorsitz führt, aus zwei Richtern am Korrektionalgericht und zwei Beisitzern in Strafvollstreckungssachen, von denen einer im Gefängniswesen und der andere in gesellschaftlicher Wiedereingliederung spezialisiert ist'.
Het Hof wordt ondervraagd over de artikelen 2, 3 en 16 van de wet van 17 maart 2013 « tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten », die bepalen : « Art. 2. Artikel 78 van het Gerechtelijk Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 december 2006, wordt aangevuld met een lid, luidende : ' De in artikel 92bis bedoelde kamers van de strafuitvoeringsrechtbank bestaan uit een rechter in de strafuitvoeringsrechtbank, die het voorzitterschap ervan bekleedt, twee rechters in de correctionele rechtbank en twee assessoren in strafuitvoeringszaken, de ene gespecialiseerd in penitentiaire zaken en de andere in de sociale re-integratie'.

' § 4. Teil IV Buch II Titel IV des Gerichtsgesetzbuches ist nicht anwendbar auf die erstinstanzlichen Kammern und die Widerspruchskammern'.
' § 4. Titel IV van boek II van deel IV van het Gerechtelijk Wetboek is niet van toepassing op de Kamers van eerste aanleg en de Kamers van beroep'.

Artikel 81 des Gerichtsgesetzbuches bestimmt, dass das Arbeitsgericht wenigstens drei Kammern umfasst, von denen zumindest eine, die für Streitsachen über Anträge bezüglich der kollektiven Schuldenregelung zuständig ist, aus einem Richter am Arbeitsgericht besteht, während in den anderen Kammern ein Richter am Arbeitsgericht den Vorsitz führt und ihnen ausserdem zwei Sozialrichter angehören.
Artikel 81 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de arbeidsrechtbank uit ten minste drie kamers bestaat waarvan ten minste één, die bevoegd is voor de geschillen met betrekking tot de vorderingen betreffende de collectieve schuldenregeling, uit een rechter in de arbeidsrechtbank bestaat, en waarbij de andere kamers worden voorgezeten door een rechter in de arbeidsrechtbank en daarenboven uit twee rechters in sociale zaken bestaan.

In der präjudiziellen Frage wird das Problem der Vereinbarkeit der Artikel 81 Absätze 4 und 8 und 104 Absätze 3 und 7 des Gerichtsgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte aufgeworfen, da die Kammern der Arbeitsgerichte, wenn sie über Anfechtungen bezüglich der Eigenschaft als Arbeitnehmer oder selbständig Erwerbstätige befinden, zusätzlich zum Berufsmagistrat oder zu den Berufsmagistraten nicht aus Sozialrichtern bzw. Sozialgerichtsräten zusammengesetzt sind, die einerseits als selbständig Erwerbstätige und andererseits als Arbeitgeber und Arbeitnehmer ernannt wurden, während die Kammern der Arbeitsgerichte, die über Streitsachen bezüglich der Eigenschaft als Arbeiter oder als Angestellter befinden, so ergänzt werden, dass sie zusätzlich zum Präsidenten aus zwei Sozialrichtern bzw. Sozialgerichtsräten bestehen, die als Arbeitgeber ernannt wurden, und aus zwei Sozialrichtern bzw. Sozialgerichtsräten, die als Arbeiter beziehungsweise Angestellter ernannt wurden.
De prejudiciële vraag stelt het probleem van de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 14.1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, van de artikelen 81, vierde en achtste lid, en 104, derde en zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek, doordat de kamers van de arbeidsgerechten, wanneer zij kennis nemen van betwistingen omtrent de hoedanigheid van werknemer of van zelfstandige, buiten de beroepsmagistraat of de beroepsmagistraten, niet zijn samengesteld uit rechters of raadsheren in sociale zaken die, enerzijds, zijn benoemd als zelfstandige en, anderzijds, zijn benoemd als werkgever en als werknemer, terwijl de kamers van de arbeidsgerechten die kennis nemen van geschillen omtrent de hoedanigheid van arbeider of van bediende zo worden aangevuld dat ze, buiten de voorzitter, bestaan uit twee rechters of raadsheren in sociale zaken benoemd als werkgever en twee rechters of raadsheren in sociale zaken benoemd respectievelijk als arbeider en als bediende.