Zweitens hat der Gemeinschaftsgesetzgeber, soweit er es als erforderlich ansah, bestimmten Vorschriften der Pariser Verbandsübereinkunft unmittelbare Wirkung zu verleihen, auf diese in der Verordnung Nr. 40/94 über die Gemeinschaftsmarke ausdrücklich Bezug genommen, so insbesondere hinsichtlich der absoluten Eintragungshindernisse gemäß Art. 7 Abs. 1 Buchst. h und i der Verordnung.
In de tweede plaats heeft de gemeenschapswetgever, wanneer hij het noodzakelijk achtte aan bepaalde bepalingen van het Verdrag van Parijs rechtstreekse werking te verlenen, daarnaar uitdrukkelijk verwezen in verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk, met name met betrekking tot de absolute weigeringsgronden van artikel 7, lid 1, sub h en i, ervan.