4° die Fortsetzer, die die Zahlung der Steuer im Sinne von § 5 nicht angeboten haben, übermitteln am Ablauf des fünfjährigen Zeitraums nach dem Tod gemäss den oben erwähnten Pos. 1° bis 3° eine unterschriebene Erklärung, in der bescheinigt wird, dass die oben erwähnten Bedingungen nach Pos.
4° de opvolgers die niet aangeboden hebben om het verschuldigde recht zoals bedoeld in § 5 te betalen, na afloop van de periode van vijf jaar na het overlijden bedoeld onder de nrs. 1° tot en met 3° hierboven, een ondertekend attest verstrekken waaruit blijkt dat de voorwaarden bedoeld onder de nrs. 1° tot en met 3° hierboven en in lid 2 verder nageleefd worden.