Hiergegen wendet eine der klagenden Parteien ein, dass Artikel 910 des Zivilgesetzbuches zufolge testamentarische Verfügungen zugunsten der Armen der Gemeinde erst dann wirksam werden können, wenn dazu die Ermächtigung entsprechend Artikel 76 des früheren Gemeindegesetzes verliehen wird.
Hiertegen doet een van de verzoekende partijen opmerken dat volgens artikel 910 van het Burgerlijk Wetboek beschikkingen bij testament ten voordele van de armen van de gemeente eerst gevolg kunnen hebben voor zover daartoe de machtiging wordt verleend overeenkomstig artikel 76 van de oude gemeentewet.