Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 5465 führen an, die angefochtene Bestimmung habe zur Folge, einen diskriminierenden Behandlungsunterschied gegenüber Bürgern der Mitgliedstaaten der Europäischen Union und ihren Familienangehörigen einzuführen, da sie keine dringende medizinische Hilfe zu Lasten des öffentlichen Sozialhilfezentrums beanspruchen könnten, während sich illegal im Staatsgebiet aufhaltende Ausländer sie in Anwendung von Artikel 57 § 2 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren beanspruchen könnten.
De verzoekende partijen in de zaak nr. 5465 voeren aan dat de bestreden bepaling een discriminerend verschil in behandeling tot stand zou brengen ten opzichte van de onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie en hun familieleden aangezien zij geen aanspraak meer kunnen maken op de dringende medische hulp ten laste van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, terwijl de illegaal in het Rijk verblijvende vreemdelingen daarop aanspraak kunnen maken met toepassing van artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.